Vanaf 1975 wordt er in ons land in de productieve sector te weinig geproduceerd en te weinig geïnvesteerd. In de mijnbouwsector, beheerst door buitenlandse ondernemingen, wordt er geproduceerd en geïnvesteerd. Bauxiet is exit. Billiton en Suralco zijn vertrokken. Staatsolie: goudexploitatie de kurk van onze economie. De Surinaamse ondernemersklasse produceren heel weinig en het grootste deel is in de zeer lucratieve importhandel dat door China langzaam aan wordt overgenomen. Suriname heeft middels onwikkelingssamenwerkingsverdragen met Nederland en schenkingsmiddelen uit Nederland getracht productieve projecten uit te voeren. Reeds in 1947 was men gestart met het “Welvaartsfonds”.
Brokopondovereenkomst (stuwdam, elektra- en bauxietindustrie), vliegvelden binnenland, aanleg Oost-Westverbinding, bouw ziekenhuizen en scholen, scheepvaartbedrijf SMS, luchtvaartbedrijf SLM, N.V Bruynzeel Houtmaatschappij (export), gemechaniseerd rijstbedrijf Wageningen (export), Mariënburg suikerproductie (export) , N.V. Surland bacovenproductie(export), Liekens lokale spijsolieproductie (Coronie), Palmoliebedrijven (export), lucifersfabriek, Sail voor garnalenexport, volkswoningbouwprojecten Van Dijk, Zorg en Hoop, half Flora, Welgelegen en Latour. “Om dit alles te realiseren had onze grote zoon en voorbeeldfiguur Frank Essed een professioneel planbureau opgezet met lokale en buitenlandse deskundigen die in eigen beheer projecten ontwierpen en deden uitvoeren. Het system van peperdure consultants met in euro’s en Amerikaanse dollars betaalde consultantrapporten bestond toen niet.”
Vanaf 1975 was het grootste deel van de bedrijven die lokaal produceerden (importvervanging-wie egie sanie) failliet gegaan en gesloten, vanwege een moordende en desastreuse importbeleid door machtige importeurs met poiltieke netwerken (geldverschaffers van politieke partijen). “Het grootste deel van de staatsbedrijven ( Wageningen, Para-industries, Palmolie en Mariënburg ) zijn door medewerking van politiek en vakbond leeggeroofd, leeggeplunderd en vernietigd. Onze economie is te zwak om op eigen kracht te stijgen boven het niveau van exporteurs van grondstoffen, leveranciers van China- importproducten en Chinese supermarkten. Verder is er sprake van geldverspilling, geldverkwisting en kapitaalvernietiging bij de overheid: West-Surinameproject (1975-1980)— investering in Ethanolproject in Wageningen-het Tapajaiproject- schoolboeken uit Nederland staan te verrotten- cassaveproject—adron-en zaaizaadproductie—dienstreis van minister Algoe (LVV) naar Kazakhstan (grens China-Rusland) om aldaar over voedselzekerheid te vergaderen…..Staatskosten SRD.90.000 . Terwijl ons land niet eens over een professioneel laboratorium beschikt om voedselveiligheid en voedselzekerheid te controleren en te garanderen (kwaliteit, gebruik insecticide en pesticide).”
Om een stabiele economie te realiseren en voldoende geld te genereren ter financiering van onze staatshuishouding zijn onder andere goed, integer en deskundig leiderschap, corruptievrij bestuur (bestuursapparaat) en een goede planning vereist. Vicepresident Adhin 29 april 2016:……. “Suriname wil met de lessen die uit de vorige regeringen zijn geleerd, komen tot een beter planningsysteem: een sterkere planbureau, een middellange termijn ontwikkelingsplan (2017-2021), diversificatie van de economie, ruimtelijke ordening, planwet en de wet woongebieden, een nationaal structuurplan (natuurlijke hulpbronnen inventarisatie) ……..”
“The gap between rhetoric and reality” heeft Suriname reeds drie maal failliet/bankroet gemaakt. Surinaamse politieke leiders en hun politieke partijen (hoofdbesturen) hebben dit zeer lang getergd volk vanaf 1975 heel veel verkiezingsbeloften gedaan die nooit zijn nageleefd en uitgevoerd. “Lees alle regeringsverklaringen en beleidnota’s van alle regeringen vanaf 1975. Retoriek, podiumtaal, voornemens en beloften in overvloed. Wat wel zeer goed is gerealiseerd, is de inrichting van een overheidsapparaat, incusief wetgeving, dat gekenmerkt wordt als een levenslange verzorgingsstaat voor de politieke elite van Suriname. Aan de mofinawan worden nu zevenduizend voedselpaketten uitgereikt als troostprijs van het resultaat van ons politiek systeem en politieke cultuur (vanaf 1948).”
“Ben ik mijn broeders hoeder?” —Bijbel: Genesis 4 en de Koran: Habiel en Kabiel.
Leendert Doerga