President Bouterse zei woensdag tijdens de jaarrede dat sommigen in ons land misschien nog onvoldoende beseffen dat met het opdrogen van de ontwikkelingsgelden in 2010, Suriname voor voorgoed een nieuw historisch tijdperk is binnengetreden. “Het tijdperk waarin aan de schijnwelvaart gecreëerd door de ontwikkelingshulp definitief een einde is gekomen.”
Volgens de president zijn we op het kruispunt beland tussen enerzijds een totaal afhankelijke economie met schijnwelvaart, ontstaan door de zogenoemde ontwikkelingshulp en anderzijds met de schepping van een zelfstandig op te bouwen, stabiele en duurzame economie, door middel van gebundelde krachtinspanningen van ons eigen volk, gestoeld op de benutting van onze eigen nationale rijkdommen, primair gericht op welvaart en welzijn ten behoeve van Suriname en het Surinaamse volk.
Volgens Bouterse is de schijnwelvaart in één klap weggevallen en dat nu duidelijk is gebleken wat voor economie we hebben. De waarheid van onze economie namelijk een gemarginaliseerde Surinaamse economie, met een enorme onderbenutting van haar menselijk en natuurlijk potentieel, is volgens de president bloot komen te liggen nu de stof van het kwaad over de schijnwelvaart is weggeveegd.
De president zei dat opeenvolgende regeringen vanaf 1975 het volk niet of nauwelijks hebben voorbereid op de sociaaleconomische zelfstandigheid die rond de overdracht van de macht in 2010 is gekomen.
Volgens Bouterse heeft de eenzijdige gerichtheid op de Noordzee na ruim 300 jaar uiteindelijk toch geen waarachtige nationale Surinaamse samenleving geschapen. “Integendeel. Wij hebben nu meer dan ooit een fundamentele gerichtheid op onszelf nodig om vanuit deze nationale eenheidspositie met wijsheid en voortvarendheid een mondiale gerichtheid in ons vizier te brengen en alle mogelijkheden hierbij te exploreren en te benutten voor een authentieke en duurzame ontwikkeling”, aldus de president.