Willen de ouders van de 8-jarige Gilliana Kartotaroeno haar redden van een ernstige aplastische anemie (zeer zeldzame, ernstige beenmergziekte), dan moeten ze zo snel mogelijk een donor en geld zien te vinden om haar te behoeden van deze ziekte. Het kind dat nog in de bloei van haar leven zit, is bij de kinderarts van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, Nannan-Toekoen, bekend met beenmergfalen. Dit betekent dat haar beenmerg onvoldoende bloed maakt. Als gevolg hiervan is ze opgenomen in het ziekenhuis.
Bij een onderzoek hebben de artsen vastgesteld dat het beenmerg van Gilliana geen wittebloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes maakt, waardoor ze maandelijks bloed met bloedplaatjes moet krijgen. De witte bloedcellen heeft ze volgens de arts nodig om infecties tegen te gaan. “Ze zijn de militairen van het lichaam”, laat de arts weten. Dat heeft Gilliana niet, waardoor haar leven in gevaar is.
Veel kan de arts zelf niet doen, omdat er in Suriname geen mogelijkheden zijn voor bestrijding van deze ziekte. De medicatie die ze nodig heeft moeten vanuit het buitenland gehaald worden. Er kan wel een beenmergtransplantatie in het buitenland plaatsvinden, maar dat is volgens de arts en de Geneeskundige Commissie van het ministerie van Volksgezondheid Erg kostbaar. De secretaris van de Geneeskundige Commissie, O. Dwarka, zegt dat een beenmerg transplantatie minimaal US$ 150.000 kan bedragen. De staat kan met maximaal US$ 35000 inkomen. De overige kosten zijn voor rekening van de ouders. Er wordt volgens de secretaris gewerkt met een missive van de overheid, die duidelijke richtlijnen geeft over de goedkeuring van het uitzenden van patiënten naar het buitenland.
Niet alleen geld is nodig voor Gillian’s redding, maar ook een donor is nodig tenzij er een beenmergtransplantatie gedaan wordt. De ouders van Gilliana weten zich geen raad en weten ook niet hoe zij aan het geld zullen komen om hun dochtert te redden. Ze vragen steun vaan de overheid en de samenleving.
Ze heeft de stichting 1 voor 12 benaderd voor hulp, die intussen een inzamelingsactie heeft gestart. Ze smeekt de overheid om haar dochtertje te helpen, omdat ze niet in staat is de hoge bedragen te betalen. Het meisje is wel verzekerd bij het Staatsziekenfonds, maar deze is niet de instantie die goedkeuring moet geven voor een behandeling in het buitenland. Het SZF is slechts de uitvoerder en de Geneeskundige Comissie de opdrachtgever. De commissie werkt met regels van de overheid en die regels zullen mogelijk het leven van een jong meisje kosten tenzij er niet tijdig hulp wordt geboden.
De arts probeert haar te helpen met een maandelijkse bloedtransfusie en toediening van antibiotica, maar dat is niet de oplossing. De oplossing voor Gillian is, volgens de arts, het toedienen van speciale medicijnen uit het buitenland, die de weerstand van het lichaam kunnen vergroten of door middel van een beenmergtransplantatie in het buitenland. De beste oplossing voor haar is het laatste.