De stap naar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was niet nodig, indien de regering een goede diasporabeleid had neergezet. Dit zei DNA-lid van de VHP Chandrikapersad Santokhi gisteravond tijdens de lezing over “De kracht van diaspora” in het Nationaal Archiefgebouw. Santokhi zei dat er zoveel kennis, geld en kunde bij de diaspora ligt in de wereld. De regering kiest eerder voor geld lenen inplaats van te kiezen voor diaspora.
De politucus zei dat er meer beleid en richtlijnen gegeven dienen te worden door de regering. Minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, die ook aanwezig was bij de lezing zei dat hij kennis heeft genomen van de discussies en de gevoelens die er nu zijn over de diasporakwestie. Hij gaf aan dat de regering nu bezig is met haar ontwikkelingsplan 2017-2022. In dit plan zal de regering zeker dit aspect meenemen. Het plan zal in samenspraak met de Stichting Planbureau Suriname uitgevoerd worden.
Moestadja zei dat we ook moeten gaan kijken wie nationalisten zijn. Tijdens de discussie bleek dat er nog meningsverschillen waren. Mensen die hier al ingeburgerd zijn, denken anders over hun landgenoten die ergens anders wonen.
Volgens de inleider professor Ruben Gowricharn is dat niet zo een probleem. De centrale overheid zal zich sterk moeten maken om de twee gevoelens bij elkaar te brengen. Iemand die in Europa of Amerika woont, denkt sowieso anders dan iemand die hier woont en werkt. Tijdens zijn presentatie had hij het land Kaapverdië als voorbeeld aangehaald dat een speciale manier had toegepast om zijn diasporabeleid tot uiting te brengen. In dat land is er zelfs een ministerie van Diaspora ontwikkeld.
De lezing getiteld “De kracht van diaspora ” werd georganiseerd door de studierichting geschiedenis van de Faculteit der Humaniora samen met het Nationaal Archief en de diasporaleerstoel. Deze lezing werd gehouden naar aanleiding van de recente benoeming van Gowricharn als bijzondere hoogleraar Hindoestaanse diasporastudies aan de Vrije Universiteit Amsterdam.