Kort voor de afronding van de suppletoire begroting 2016 heeft het assembleelid van de Nationale Democratische Partij (NDP), Rashied Doekhie, aandacht gevraagd voor de handeling die parlementariër Mahinder Jogi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) heeft gepleegd.
Doekhie wilde aandacht voor zaken die zich zouden hebben voorgedaan in de periode toen de partij van Jogi aan de macht was. Doekhie die met een onderzoeksrapport van de procureur-generaal (pg) zwaaide in het parlement, gaf aan dat Jogi tien jaar lang twintig arbeiders heeft laten werken in een meubelfabriek waarvan hij eigenaar is.
In gesprek met journalisten zei de NDP-volksvertegenwoordiger dat de benadeelden het parlement hebben aangeschreven. Het parlement heeft de zaak doorgestuurd naar de pg voor een onderzoek. Doekhie zei dat de bevinding van de pg is dat Jogi tuchtrechtelijk aangepakt moet worden. Hij zegt dat de gewezen minister van Openbare Werken, Rabin Parmessar, maatregelen wilde treffen tegen Jogi. Hij was toen gaan schuilen bij Regionale Ontwikkeling, verklaarde Doekhie. “Nu heeft Jogi geen poten meer om te staan, omdat we hem zeker gaan achtervolgen,” aldus de NDP’er.
De volgende stap is nu dat Jogi een verweerbrief moet richten aan de minister van Regionale Ontwikkeling (RO), Edgar Dikan. Doekhie: “Hij moet nu gaan verklaren waarom hij van land en volk heeft gestolen.”
Het assembleelid is verder van mening dat het juist deze mensen zijn die elke dag in het parlement schreeuwen hoe slecht het gaat en hoe corruptief anderen zijn. Jogi heeft volgens Doekhie de staat voor ruim vijf miljoen Surinaamse dollar benadeeld. Hij zegt verder dat deze middelen teruggenomen moeten worden ten behoeve van de minderbedeelden.
De minister van RO zei dat hij de bevindingen van de pg heel ernstig vindt. Hij vroeg Doekhie om de documenten, zodat de nodige stappen ondernomen kunnen worden. Jogi die op het moment van de onthulling in het parlement was, reageerde niet op hetgeen Doekhie in het openbaar te kennen gaf.
Raoul Abisoina