Het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) ziet voordelen in het cacao- en cocosindustrie, zegt de LVV-minister, Soeresh Algoe. In dit project wil de overheid landbouwers motiveren en ondersteunen om deze twee gewassen te gaan telen.
Een bedrijf zal opgezet worden dat het product zal opkopen voor de export. Voor de cocosaanplant denkt LVV om in de districten Coronie, Nickerie, Saramacca en Commewijne samen te werken met boeren voor de aanplant vanwege de grondstructuur in deze districten. Volgens Algoe hoeven boeren in de cocosindustrie niet zoveel te investeren als het gaat om de aanplant en verzorging. Voor de cocao-industrie heeft het ministerie gekozen voor de districten Marowijne, Sipaliwini, Brokopondo en delen van Commewijne. De cacaobonen kunnen langer opgeslagen worden, waardoor de telers de zekerheid hebben dat hun oogst Paramaribo zal bereiken voor de levering.
Met deze twee projecten wil LVV de productie en de werkgelegenheid helpen stimuleren. Algoe zegt dat de afzet gegarandeerd is. Cacao is een wereldproduct en de afzet zal zeker tegen de wereldmarktprijs plaatsvinden. Na de aanplant zal de oogst na drie jaar plaatsvinden. Volgens de LVV-topman is deze sector wel een sector die op korte termijn voordelen kan hebben voor de overheid. Voor het zaad is er al contact gemaakt met de landen Equatorial Guinea en Ecuador. Deze twee landen hebben de variƫteiten die hier kunnen groeien, zegt Algoe. Deze planten en zaden zullen verdeeld worden onder de boeren die ook getraind en klaargestoomd zullen worden door het ministerie. Algoe geeft aan dat het binnenland geschikt is voor de cacao-aanplant vanwege het bos dat daar is. Het achterland van Suriname is rijk aan bos. De nodige schaduw is dus aanwezig voor de groei van deze gewassen.
In de districten wil LVV in totaal 5000 ha cacao planten. Voor de investering in de cacao- en cocosindustrie heeft de overheid 1.2 miljard Surinaamse dollar vrijgemaakt. De LVV-minister zegt dat dit bedrag een globaal bedrag is en dat de kans groot is dat het bedrag minder wordt bij de uitvoering. Het punt is dat er een budget moet zijn waarmee gestart kan worden. Wanneer dit project de goede kant opgaat, zal de overheid binnen zeven jaar veel verdienen aan de cocossector.
Voor Suriname is dit project volgens Algoe wel haalbaar. Het is een kwestie van plannen. Ook een goede aanpak is vereist, geeft de LVV-minister aan. Op de vraag hoe de overheid aan het geld zal komen in een tijd van crisis, zegt Algoe het volgende: āWanneer je geld leent als overheid is het niet de bedoeling dat je het geld gebruikt voor consumptie of alleen voor voedsel.ā Volgens hem is het de bedoeling dat er ook geĆÆnvesteerd wordt in duurzame projecten, zodat de economie jarenlang in stand kan blijven. āHet is een goed project waarmee we goed kunnen verdienen.ā
De minister geeft verder aan dat de prijzen van cocos en cacao internationaal stabiel blijven en voor Suriname is het een kans waar men goed gebruik van moet maken, zegt de minister van LVV, Soeresh Algoe.
Raoul Abisoina