De volgelingen van de tot slaaf gemaakte Broos ook wel “bakaboesienengre’s” genoemd, willen terug naar hun plantage Rorac in Commewijne. Konrad Acton, lid van het plantagebestuur Rorac, zegt in gesprek met Suriname Herald dat de plantage die in de Brokopondo-overeenkomst is meegenomen, terug moet naar de families.
Volgens het bestuurslid zijn er plannen klaar om de plantage tot ontwikkeling te brengen. Ook willen sommige families terug; zij willen samenwerken aan de opbouw van de plantage. Onze voorouders hebben gestreden en de strijd die ze hebben geleverd, moet door ons gewaardeerd worden. De groep heeft op 2 september 1863 vrede getekend met de koloniale overheid en het moet ook erkend worden. Vanaf 1994 is de groep bezig met de overheid om de plantage terug te krijgen, merkt Acton op.
Suralco heeft jarenlang activiteiten daar uitgevoerd en grote mijnen zijn daar ontstaan. Hierover zijn er gesprekken met het Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB) gaande hoe verder met deze kwestie.
Acton had zich ook gemeld bij een persconferentie van Stichting 10 oktober 1760. De stichting had een oproep gedaan aan de laatste groep die een vredestraktaat heeft getekend met de koloniale overheid.