Het voeren van monetair beleid is een taakstelling van elke centrale bank in elk land, zo ook in Suriname. De economie wordt richting gegeven in samenwerking met onder meer het ministerie van Financiën dat verantwoordelijk is voor het voeren van fiscaal beleid. Het zijn deze monetaire autoriteiten, het ministerie van Financiën en Planning en de Centrale Bank van Suriname, die tezamen met het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, richting geven aan de ontwikkeling van de economie in ons land.
De monetaire autoriteiten stonden in 2020 tegenover een totaal ontspoorde economie die gekenmerkt werd door een betalingsbalans-, een begrotings- en een schuldencrisis, maar ook door een balanscrisis bij de Centrale Bank van Suriname, waarvoor de nodige durf moest worden opgebracht om die op te lossen. Het is de derde keer in de historie van de Republiek Suriname dat wij te maken hebben gehad met een ontspoorde economie. Helaas is het zo dat een ontspoorde economie slechts met offers van de samenleving weer op een gezond pad kan worden gebracht.
Een beoordeling, zoals die wordt verricht door het medium Global Finance, is mede het resultaat van de maatregelen die moesten worden getroffen om de economie weer op een stabiel macro-economisch pad te krijgen. Dit geeft duidelijk aan dat ontwikkelingen van vóór de beoordelingsperiode nog steeds van invloed zijn op de huidige economische performance.
Als voorbeeld in Suriname kan hierbij genoemd worden, een groot aantal leningen die in vorige regeringsperioden op onverantwoordelijke wijze zijn aangegaan waardoor Suriname thans met een enorme schuldencrisis kampt, terwijl de doelmatige aanwending van die leningen nooit bewezen is. Ook heeft de onttrekking van staatsmiddelen voor onrechtmatige bestedingen door dezelfde onverantwoordelijken een zeer negatieve invloed gehad op het staatshuishouden van het land, met doorwerking in nagenoeg alle sectoren van de samenleving. Het is dezelfde samenleving inmiddels ook bekend dat, hoewel misschien niet zo snel als gewild, achterstanden worden ingelopen en het pad van herstel inmiddels is ingeslagen.
De Centrale Bank van Suriname kent Global Finance als een gerenommeerd medium dat in de internationale financiële wereld wordt geraadpleegd voor financiële informatie van uiteenlopende aard. Het artikel “Central Banker Report Cards 2023” was reeds bekend bij de CBvS en zij weet dat een goed verstaander maar een half woord nodig heeft. Te meer een artikel waarin goed wordt uiteengezet hoe een beoordeling tot stand komt. Het getuigt van een zeker onvermogen van deze of gene om de materie NIET op zijn merites te kunnen beoordelen of puur kwaadwilligheid om vanwege eigen moverende redenen in een ingezonden artikel een verkeerde voorstelling van zaken te geven.
Voor de eigen objectieve waarneming kan de beoordeling van Global Finance gelezen worden via de volgende link.
Alan Greenspan, die voorzitter is geweest van de Federal Reserve Bank (Centrale Bank) van de VS van 1987 tot 2006 merkte ooit kenmerkend op: ‘The number one problem in today’s generation and economy is the lack of financial literacy’.
Uit het artikel blijkt dat de score die Global Finance het vorig jaar heeft gegeven een C+ is en thans is er een D score gegeven, hetgeen een lichte daling is. In het puntensysteem van 1 tot en met 10 komt een C+ score respectievelijk een D score overeen met 7,7 tot 8,0 respectievelijk 6,4 tot 6,7. Een slechte score komt overeen met een score F. De huidige D score is dus zeker niet onverdienstelijk indien wordt bedacht dat Suriname thans midden in de uitvoering van een IMF-programma zit met een scala aan kostprijsverhogende maatregelen, nog afgezien van de internationale inflatie die Suriname, als klein ontwikkelingsland met zijn relatief hoge gemiddelde importquote van 54 procent over de afgelopen vijf jaar, harder treft dan veel andere landen.
Van belang is dat de inflatie van jaar op jaar een daling vertoont, wat consistent is met het sinds 2021 ingezette disinflatieproces dat tot monetaire stabiliteit moet leiden aan het eind van het IMF-programma.
Tot slot en ter overdenking nog het volgende. Als land hebben wij in de jaren negentig tijdens stabilisatie- en herstelperioden van onze economie ongekend hoge inflatiepercentages gehad tussen 100 procent en 600 procent.
Centrale Bank van Suriname