In Venezuela is met grote verbijstering gereageerd op het besluit van president Nicolás Maduro om de briefjes van honderd af te schaffen. Experts verwachten dat de maatregel het toch al noodlijdende land verder in de afgrond zal storten. Venezolanen hadden tot donderdag de tijd om hun geld op de bank te zetten, en maken zich op voor een chaotische week.
Maduro besloot zondag per decreet dat de briefjes van honderd nog maar drie dagen geldig zijn. Wie zijn geld niet voor die tijd op een bankrekening heeft gestort, of geen bankrekening bezit, kan de biljetten daarna nog gedurende tien dagen inwisselen bij de centrale bank. Daarvan zijn echter maar twee filialen in het hele land. Er zijn 6 miljard briefjes van 100, dat is bijna de helft van alle biljetten die in omloop zijn.
De briefjes van 100 zijn de meest waardevolle biljetten in Venezuela. Ze kosten 20 eurocent op de zwarte markt, 1,50 euro volgens de officiële koers, en 10 euro volgens de koers die alleen toegankelijk is voor de regering en door haar geselecteerde bedrijven. Een kopje koffie in een café in hoofdstad Caracas kost ongeveer 600 Bolivar.
Vorige week besloot de regering nieuwe bankbiljetten uit te geven. Het grootste biljet wordt dan 20 duizend Bolivar. Dat moet de hoeveelheid bankbiljetten die Venezolanen vanwege de gierende inflatie met zich meezeulen wat hanteerbaarder maken. Maar het nieuwe geld is nog niet gedrukt, en het is volkomen onduidelijk hoe de Venezolanen de tussenliggende periode moeten overbruggen.
Hamsterende criminelen
Volgens Maduro is de maatregel nodig in de strijd tegen de “internationale maffia die de regering van Venezuela ten val wil brengen”. De socialistische autocraat beweert dat er sprake is van een economische oorlog tegen Venezuela. De rechtse oppositie zou samenspannen met de Verenigde Staten en Colombia met als doel een einde te maken aan de Bolivariaanse revolutie die zeventien jaar geleden is gestart door de inmiddels overleden Hugo Chávez.
Maduro stelt dat er in Colombia en Brazilië pakhuizen vol liggen met briefjes van 100 Bolivar. In totaal zou het gaan om 300 miljard Bolivar. Dat geld zouden de ‘maffialeden’ bewust achterhouden om de economie schade toe te brengen. De hamsterende criminelen zijn er volgens Maduro schuldig aan dat er de laatste weken nauwelijks nog geld uit de Venezolaanse pinautomaten komt.
Venezuela-expert David Smilde van The Washington Office on Latin America, erkent dat er sprake is van de smokkel van bankbiljetten naar het buitenland. Maar dat heeft volgens hem niets te maken met een economische oorlog. “De waarde van het papier is vier keer hoger dan het bedrag dat erop staat”, legt hij uit. “Er zijn criminele organisaties die op de zwarte markt Bolivars kopen, en die doorverkopen op de internationale geldpapiermarkt.”
Hij denkt dat Maduro’s besluit achterliggende redenen heeft. “De regering moet nieuw geld drukken, dat is een kostbare operatie’, aldus Smilde. ‘Als de Venezolanen massaal hun briefjes van 100 inleveren, kan de bank het papier recyclen.” Een andere mogelijke doelstelling is het verminderen van de hoeveelheid geld dat in omloop is. “Door het tijdgebrek zal een aanzienlijk deel van de briefjes niet worden ingewisseld”, aldus Smilde. “Dat heeft een positief effect op de balans van de centrale bank.”
Smilde noemt Maduro’s maatregel “een typisch voorbeeld van de zelfoverschatting” van de regering. “Maduro gelooft heilig in totale controle”, zegt hij. “Maar de regering heeft de capaciteit helemaal niet om deze operatie in zo’n korte tijd in goede banen te leiden.” Ook José Guerra, senator en oud-manager van de Centrale Bank, noemt het plan van Maduro onuitvoerbaar. “Het is beter de deadline te verschuiven naar 31 december en een privé bank in te schakelen”, aldus de econoom op Twitter.
VK.nl
Bewerkt door: Redactie