Archeologen hebben in Peru de resten gevonden van misschien wel het grootste kinderoffer ooit. Bij de stad Trujillo werden de eeuwenoude skeletten van meer dan 140 kinderen tussen de 5 en 14 jaar oud gevonden.
Volgens de onderzoekers werden de kinderen rond 1450 massaal geofferd door de Chimú, voorlopers van de Inca’s. Op de botten vonden ze sporen van messen: het middenrif werd waarschijnlijk opengesneden om het hart te kunnen verwijderen.
Bij de resten werden ook de skeletten van meer dan 200 jonge lama’s aangetroffen.
De onderzoekers denken dat de Chimú de kinderen aan hun maangod offerden omdat hun land werd getroffen door noodweer. De resten werden gevonden in een bodemlaag die duidt op zware regen en overstroming in het normaal droge gebied.
“Mensen offerden vaak datgene wat hen het meest dierbaar was,” legt de Amerikaanse onderzoeker John Verano uit. “Er zal een crisis zijn geweest waardoor ze meenden dit te moeten doen.”
“Die negatieve klimaatveranderingen zullen van invloed zijn geweest op de politiek, de economie en misschien zelfs de ideologie van de Chimú,” vult zijn Peruaanse collega Gabriel Prieto aan. “Met het offer zullen ze dat hebben willen tegengaan.”
Het massagraf werd in 2011 ontdekt bij een 3500 jaar oude tempel, toen spelende kinderen botten opgroeven. In eerste instantie werden de resten van twaalf kinderen en twintig lama’s blootgelegd.
NOS