Diosdado Cabello, de voorzitter van de grondwetgevende vergadering in Venezuela, heeft de top van Latijns-Amerikaanse landen over de Venezolaanse migratiecrisis “een schande” en “walgelijk” genoemd. Elf landen op de top riepen Caracas op om een mechanisme voor humanitaire hulp te aanvaarden.
Honderdduizenden Venezolanen zijn het land ontvlucht vanwege de economische crisis. Om die reden kwamen dertien Latijns-Amerikaanse landen maandag en dinsdag bijeen in Quito om over een gemeenschappelijk beleid te praten. Elf van hen lanceerden gisteren een oproep “om een mechanisme voor humanitaire hulp te aanvaarden, om de crisis te verzachten, door onmiddellijk aandacht te besteden aan de getroffen burgers”.
“Hoe triest en wat een schande dat de landen uiteindelijk geld vragen”, zei Cabello, wiens machtige grondwetgevende vergadering onder controle staat van de regering. Elf van de dertien landen die waren bijeengekomen in Quito hadden de internationale gemeenschap gevraagd om hulp te bieden bij de opvang van de migranten. Bolivia, bondgenoot van Venezuela, ondertekende de oproep niet. De Dominicaanse Republiek evenmin, maar dat was omdat enkel een adviseur van de ambassade aanwezig was. Uiteindelijk zal het land zich er nog bij aansluiten.
Ongeveer 2,3 miljoen Venezolanen, op een totale bevolking van 30,6 miljoen, leven in het buitenland. Daarvan zijn er 1,6 miljoen geëmigreerd sinds 2015, toen de economische crisis zich voor het eerst liet voelen. President Nicolas Maduro zei maandag dat er de voorbije twee jaar niet meer dan 600.000 Venezolanen het land hebben verlaten. En hij zei dat 95 procent die beslissing betreurt.
AFP