Vandaag is een belangrijke dag voor de oppositie in Venezuela: er staat een grote landelijke demonstratie gepland. De timing is opvallend te noemen: op 23 januari 1958 werd met een opstand een einde gemaakt aan de dictatuur van Marcos Pérez Jiménez.
De succesvolle opstand was destijds wereldnieuws. Grote vraag is of het de Venezolanen 61 jaar later lukt om hetzelfde te bereiken.
De socialist Maduro is sinds 2013 aan de macht in Venezuela. In mei vorig jaar werd hij herkozen in verkiezingen die door de oppositie als onwettig worden beschouwd. Tegenstanders van Maduro mochten zich niet kandidaat stellen en de grootste oppositiepartijen boycotten de stembusgang. Twee weken geleden ging zijn tweede termijn in.
Maar de oppositie erkent die niet. Zij is de mening toegedaan dat bij gebrek aan een legitieme president, de voorzitter van het parlement het presidentschap op zich moet nemen. Die parlementsvoorzitter is sinds kort Juan Guaido.
Overigens ontnam Maduro het parlement alle macht al in 2016. Hij droeg de bevoegdheden toen over aan de Nationale Grondwetgevende Assemblee waarin zijn aanhangers het voor het zeggen hebben.
Behalve dat Guaido in het hele land manifestaties organiseert, roept hij ook het leger op om in verzet te komen. “Hij zegt dat militairen de grondwet moeten verdedigen.” Een aantal leden van Nationale Garde probeerde daar eerder deze week gehoor aan te geven.
De militairen namen maandag een politieagent gevangen en gingen er met wapens vandoor. In video’s die ze op sociale media plaatsten, zeiden ze dat ze het presidentschap van Maduro niet langer erkennen. Uiteindelijk werden 27 leden van de Nationale Garde gearresteerd.
Die arrestaties leidden tot onrust in een van de armere wijken van de hoofdstad Caracas en dat is opvallend.
NOS
Bewerkt door redactie