Het Venezolaanse hooggerechtshof heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar zeven oppositieleden, die worden verdacht van betrokkenheid bij de couppoging van vorige week. Oppositieleider en zelfverklaard interim-president Juan Guaidó behoort niet tot de verdachten, zo meldt persbureau Reuters.
Het Venezolaanse parlement, waar de oppositie in de meerderheid is, veroordeelt de beslissing van het hooggerechtshof – dat al jaren bekend staat als regeringsgezind. Het Openbaar Ministerie en de Grondwetgevende Vergadering, die door president Nicolás Maduro is aangesteld, bepalen nu hoe het onderzoek verder zal verlopen. Eerder werd al bekend dat de Grondwetgevende Vergadering zich voorbereidt om de onschendbaarheid van de verdachte parlementsleden op te heffen.
Coup mislukt
Meer dan vijftig landen hebben Guaidó inmiddels erkend als president van Venezuela. België deed dat nog niet formeel, maar steunt Guaidó wel in zijn strijd voor vrije verkiezingen. De oppositieleider riep vorige week, tijdens de Dag van de Arbeid, op tot militair verzet en spoorde Venezolanen aan om de straat op te gaan en te protesteren tegen Maduro. Hij hoopte daarmee het regeringsgezinde leger aan zijn kant te krijgen.
Die poging mislukte. Het grootste deel van de soldaten bleef Maduro trouw en lang niet zoveel Venezolanen gingen de straat op. Aan het eind van de dag meldde Maduro op de staatstelevisie dat de couppoging verijdeld was.
NRC