De dodelijke virusziekte ebola grijpt steeds sneller om zich heen in het oosten van de Democratische Republiek Congo. Inmiddels zijn meer dan tweeduizend mensen met het ebolavirus besmet, heeft de wereldgezondheidsorganisatie WHO bekendgemaakt.
In augustus dook het virus weer op in Congo, nog geen week, nadat de regering had verklaard dat de vorige epidemie was afgelopen. Er zijn al meer dan 1300 mensen aan de ziekte overleden.
In maart waren er in Oost-Congo duizend mensen besmet met ebola. Het aantal van tweeduizend werd dus ongeveer drie keer zo snel bereikt. De WHO spreekt van een trieste en frustrerende mijlpaal.
Onrustige regio
Hulpverleners die proberen de uitbraak van ebola in te dammen, hebben veel last van de onrust in het oosten van Congo. De regio wordt al lange tijd geteisterd door gevechten tussen het leger en opstandelingen.
Ook zijn er veel mensen die geloven dat ebola een samenzwering is van de regering en hulporganisaties. Veel bewoners wantrouwen de hulpverleners, vooral als die door het leger begeleid worden.
Ze worden daarbij opgestookt door lokale strijdgroepen, die gebruik maken van de onrust om hun eigen positie te verstevigen. In april werd nog een arts vermoord in een ebolakliniek bij een aanval van een lokale militie.
Vanwege het wantrouwen denkt het Rode Kruis dat het werkelijke aantal besmetting veel hoger ligt dan de gerapporteerde tweeduizend. Maar volgens de WHO is er ook een lichtpuntje. Bijna 130.000 mensen hebben inmiddels een experimenteel, maar effectief vaccin tegen ebola gekregen.
NOS