Carrie Lam, de hoogste bestuurder van Hongkong, stelt dat het omstreden wetsvoorstel dat uitlevering mogelijk maakt aan China “dood” is. Er zijn geen plannen om de behandeling van het voorstel voort te zetten, laat ze dinsdag in een televisietoespraak weten.
De wet stuit op veel verzet onder de bevolking. Wekenlang werd er hevig tegen gedemonstreerd, waarbij enkele demonstraties ontaardden in rellen.
Lam omschrijft het wetsvoorstel nu als “dood” en de rellen als de “grootste politieke crisis in decennia”. Ze stelt dat de regering in het opstellen van de wet “compleet heeft gefaald”. Eerder erkende ze al steken te hebben laten vallen.
Het is niet duidelijk of het wetsvoorstel nu officieel is teruggetrokken. De behandeling ervan werd vorige maand al voor onbepaalde tijd opgeschort, na twee massademonstraties die volgens de organisatoren één en twee miljoen deelnemers trokken.
De acties tegen het wetsvoorstel, waarvan de geldigheid na de huidige termijn van de regering automatisch zou aflopen, bleven echter aanhouden. De demonstranten pleiten voor onder meer de terugtrekking van het voorstel, het aftreden van Lam en de vrijlating van opgepakte demonstranten.
Lam is niet van plan om haar functie neer te leggen. “Ik heb nog steeds de passie en het voornemen om de mensen van Hongkong te dienen”, zegt ze. Haar termijn duurt nog officieel drie jaar. Ze werd in 2017 verkozen door een Peking-gezind comité.
Hongkong heeft eigen rechtssysteem
Het wetsvoorstel is omstreden omdat Hongkong een speciale administratieve regio binnen China is en daarmee onder meer over een eigen rechtssysteem beschikt. Tegenstanders stellen dat de wet een ondermijning van de Hongkongse onafhankelijkheid is.
In 1997 werd met China afgesproken dat Hongkong een hoge mate van autonomie zou behouden. In dat jaar werd de regio door het Verenigd Koninkrijk overgedragen aan Peking. De afspraken over de zelfstandigheid van Hongkong, beter bekend als het ‘één land, twee systemen’-principe, zijn vijftig jaar geldig.
NU.nl