Iran heeft in de Straat van Hormuz een Britse olietanker in beslag genomen. Volgens de Iraanse Revolutionaire Garde heeft de tanker zich niet aan internationale afspraken gehouden. Welke afspraken dat zijn, wordt niet gezegd. Het schip wordt naar een niet nader genoemde Iraanse haven gesleept.
Het gaat om de Stena Impero, een onder Britse vlag varende tanker, eigendom van een Zweedse rederij. Het schip was op weg naar Saudi-Arabië. In de Straat van Hormuz verlegde het plotseling zijn koers naar het Iraanse eiland Qeshm.
Veertig minuten nadat de Stena Impero zijn koers verlegd had, deed een andere tanker in de Straat van Hormuz dat ook. Het betreft de onder Liberiaanse vlag varende Mesdar die eigendom zou zijn van de Britse rederij Norbulk Shipping. De Mesdar was onderweg van de Chinese stad Lanshan naar Saudi-Arabië. Waar het schip zich nu bevindt, is onduidelijk. De transponder die de positie van het schip aangeeft, is uitgezet.
Speedboten en helikopter
De eigenaar van de Impero, rederij Stena Bulk, zegt dat rond 12.00 uur (Surinaamse tijd) niet geïdentificeerde speedboten en een helikopter op de tanker afkwamen. Het schip bevond zich op dat moment in internationale wateren, zegt de rederij. De Stena Impero heeft 23 bemanningsleden aan boord. De rederij heeft geen contact meer met het schip. Op het moment dat de rederij zijn verklaring online zette, voer het schip noordwaarts richting Iran. Ook deze transponder staat uit.
Het Britse ministerie van Defensie zei tegen persbureau Reuters dat het “met spoed” op zoek is naar verdere informatie om de situatie te kunnen beoordelen. Een bron bij de Britse regering zei dat het Britse kabinet voor crisisberaad bijeenkomt. Premier May heeft nog niet gereageerd. President Trump heeft gezegd dat hij contact opneemt met de Britse regering.
Gibraltar
De Revolutionaire Garde heeft een basis op Qeshm. Eerder deze maand dreigde de garde al een Britse olietanker in beslag te nemen, als vergelding voor het aan de ketting leggen van een Iraanse tanker bij Gibraltar, een Britse kroonkolonie. Vorige week werd een andere Britse olietanker door Iraanse boten belaagd, vrijwel zeker bemand door de Revolutionaire Garde. De Britse regering zei dat een eigen marineschip de scheepjes wist te verjagen, zonder dat er geweld werd gebruikt.
Het hooggerechtshof van Gibraltar besloot vandaag dat de tanker nog zeker een maand aan de ketting mag blijven liggen. De Grace 1 werd begin deze maand tegengehouden, toen het vanaf de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee voer. Dat gebeurde vermoedelijk op verzoek van de VS. De Grace 1 heeft ruim twee miljoen vaten ruwe olie aan boord en was mogelijk op weg naar Syrië. Dat is vanwege internationale sancties verboden. Iran ontkent dat de olie voor Syrië bestemd was.
Zondag dwongen de gardisten een tanker die niet ver van Qeshm voer tot stoppen. Het schip werd naar Iraanse wateren gesleept en vastgehouden omdat er olie mee zou worden gesmokkeld. Het gaat vrijwel zeker om een tanker van een rederij uit de Verenigde Arabische Emiraten, die sinds zondagochtend wordt vermist.
NOS