De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft de brief die de Amerikaanse president Donald Trump hem heeft gestuurd “afgewezen en in de prullenbak gegooid”, hebben Turkse bronnen uit de staf van de president vandaag aan BBC News laten weten.
Trump stuurde de brief op 9 oktober, nadat het Amerikaanse leger had besloten zich terug te trekken uit Syrië.
In de brief schreef Trump onder meer: “Laten we een goede deal sluiten! Je wil niet verantwoordelijk zijn voor het afslachten van duizenden mensen en ik wil niet verantwoordelijk zijn voor het verwoesten van de Turkse economie.” Hij eindigde de brief met de woorden: “Wees geen dwaas.”
De brief kreeg onder meer van het Kremlin kritiek vanwege de toon. Die zou “hoogst ongebruikelijk” zijn. “Je komt niet vaak dit soort taal tegen in correspondentie tussen staatshoofden,” aldus een woordvoerder van het Kremlin. Ook in de Verenigde Staten werd kritiek op de brief geleverd. Zo kon Democratisch Congreslid Mike Quigley “zijn ogen niet geloven” toen hij de brief las.
Trump besloot vorige week de Amerikaanse troepen weg te halen uit het noordoosten van Syrië. Turkije viel deze regio een paar dagen later binnen om een ‘veiligheidszone’ te creëren. In dit gebied zitten Koerdische strijders, die Erdogan als een verlengstuk van de Koerdische PKK ziet.
De PKK wordt door verschillende landen, waaronder de VS en de EU-lidstaten, betiteld als een terroristische organisatie. Volgens de Amerikanen wordt de YPG niet aangestuurd door de PKK, maar zijn er wel banden tussen beide organisaties.
‘Geen wapenstilstand in Noordoost-Syrië’
De Amerikaanse vicepresident Mike Pence en minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo vertrokken afgelopen week naar Turkije voor een noodoverleg met Erdogan. Ze willen aandringen op een staakt-het-vuren en starten met onderhandelingen tussen strijdende partijen.
Erdogan zei eerder dat hij de Amerikaanse delegatie niet wil ontmoeten en dat “Turkije nooit een wapenstilstand zal afkondigen in Noordoost-Syrië”. Hij zou alleen bereid zijn om direct met Trump over de kwestie te spreken.
NU.nl