Prins Harry en zijn vrouw Meghan stoppen met werken voor de Britse koninklijke familie en zullen hun titels ‘koninklijke hoogheid’ niet meer gebruiken.
“Ze zullen geen publieke middelen meer ontvangen voor koninklijke plichten,” meldt Buckingham Palace in een verklaring. Met andere woorden: Harry en Meghan kunnen geen aanspraak meer maken op het geld waar ze als lid van het koninklijk huis nog recht op hadden. Ze blijven wel hertog en hertogin van Sussex.
Ook willen de twee de verbouwingskosten terugbetalen van Frogmore Cottage, dat hun huis in het Verenigd Koninkrijk zal blijven. Volgens omroep BBC gaat het om zo’n 2,8 miljoen euro aan belastinggeld.
Het paleis meldt niets over afspraken over hun beveiliging, een jaarlijkse miljoenenpost. Er wordt nog bekeken of publiek gefinancierde beveiliging nodig is, aldus Buckingham Palace.
Koningin Elizabeth hoopt dat haar kleinzoon en zijn vrouw door de overeenkomst die nu is bereikt “een gelukkig en vreedzaam nieuw leven” kunnen opbouwen. Formeel zullen ze The Queen niet meer vertegenwoordigen.
Harry en Meghan kondigden twee weken geleden onverwacht aan dat ze een minder vooraanstaande positie binnen de koninklijke familie willen om een ander leven te kunnen leiden. Ze willen hun tijd verdelen tussen Canada en Groot-Brittannië en zelf in hun onderhoud voorzien.
NOS