De Soedanese regering heeft vrouwelijke genitale verminking (vgv) strafbaar gesteld. Overtreders van de nieuwe wet riskeren voortaan een celstraf van drie jaar.
Volgens de Verenigde Naties zijn bijna negen op de tien Soedanese vrouwen tussen de 14 en 49 jaar genitaal verminkt. In het Afrikaanse land is het gebruikelijk om de binnenste en buitenste schaamlippen en meestal ook de clitoris van vrouwen te verwijderen.
Vgv kan allerlei lichamelijke, psychische en seksuele problemen veroorzaken. Tijdens en direct na de ingreep lijden de vrouwen vaak extreme pijn als de ingreep zonder verdoving plaatsvindt.
Meisjes worden besneden vanuit een culturele overtuiging en veel Soedanezen zien het als een essentiële stap, die genomen moet worden, voordat een vrouw in het huwelijk kan treden.
Volgens vrouwenorganisaties zal de nieuwe wet Soedanese vrouwen helpen om een einde te maken aan vgv, maar zal het nog moeilijk gaan worden om de mening van de traditionele gemeenschap te veranderen.
Wereldwijde roep om vrouwenbesnijdenis te verbieden
De afgelopen jaren zijn in Soedan meerdere pogingen geweest om vgv te verbieden, maar het parlement onder leiding van oud-leider Omar Al Bashir hield die telkens tegen. Na maandenlange protesten kwam er in april vorig jaar echter een einde aan het dertig jaar durende bewind van de dictator.
Ook wereldwijd wordt de roep om de praktijk te verbieden steeds groter. Uit een onderzoek van UNICEF, dat is uitgevoerd in 29 landen in Afrika en het Midden-Oosten blijkt echter dat het besnijden van vrouwen nog steeds op grote schaal plaatsvindt, ondanks het feit dat 24 van deze landen regelgeving tegen vgv kennen.
NU.nl