Het Libanese leger heeft donderdag 4,35 ton onontploft ammoniumnitraat aangetroffen in de haven van Beiroet. Op die plek zorgde het materiaal op 4 augustus voor een grote explosie, waardoor een groot deel van de Libanese hoofdstad werd verwoest en ten minste 190 mensen om het leven kwamen.
Het Libanese persbureau NNA meldt dat het leger inmiddels aan het werk is om het ammoniumnitraat te verwijderen. De stof werd bij de ingang van de haven aangetroffen.
Ammoniumnitraat is in de basis bedoeld als kunstmest in de landbouw. Daarnaast kan het ook worden gebruikt als explosieve component in ANFO, een mengsel van ammoniumnitraat en stookolie, dat veel wordt gebruikt als explosief in de mijnbouw. Ook gebruiken terroristen de stof vaak bij het maken van bommen, omdat het vanwege het agrarisch gebruik relatief makkelijk te verkrijgen is.
Bij de ramp begin augustus ontplofte ruim 2.750 ton ammoniumnitraat. Door de explosie werd een groot deel van het centrum van Beiroet met de grond gelijkgemaakt. Naar schatting raakten 300.000 mensen dakloos en momenteel worden nog tientallen personen vermist.
Premier Libanon nam ontslag na ramp
De premier van Libanon, Hassan Diab, stapte op in de nasleep van de ramp, omdat er al eerder was gewaarschuwd voor ammoniumnitraat in de haven. Bovendien lag het materiaal er al ruim vier jaar onveilig opgeslagen. Hij gaf de wijdverspreide corruptie in zijn land de schuld.
De ramp in Beiroet was niet de eerste waarbij ammoniumnitraat een rol speelde. Eerder vielen in de Amerikaanse staat Texas vijftien doden toen een kunstmestfabriek explodeerde. Ook werd het gebruikt bij de aanslag op een overheidsgebouw in de Amerikaanse stad Oklahoma City in 1995.
NU.nl