Voorstanders van de Venezolaanse president Nicolás Maduro hebben de omstreden parlementsverkiezingen van zondag geclaimd met een meerderheid van 67 procent. Dat maakte de voorzitter van de nationale kiesraad Indira Alfonzo zondagnacht bekend op de staatstelevisie.
Slechts 31 procent van de kiesgerechtigde Venezolanen kwam opdagen bij de parlementsverkiezingen, die door de oppositie is geboycot omdat de verkiezingen frauduleus zouden verlopen. Het gaat overigens om een voorlopige uitslag: 82 procent van de stemmen is geteld.
Maduro noemde de uitkomst in een televisietoespraak “zonder twijfel een grote overwinning voor de democratie”, schrijft persbureau AP. Met de op handen zijnde winst komt ook het congres, de laatste niet-regeringsgezinde staatsinstelling, in handen van de socialistische partij van Maduro.
Oppositieleider Juan Guaidó, die nu nog voorzitter is van het parlement, riep kiezers op om hun stem niet uit te brengen. Getuige de magere opkomst, lijken veel stemgerechtigden daar gevolg aan te hebben gegeven. Guaidó stelt dat de verkiezingen oneerlijk zijn verlopen. Zo was de kiesraad vertegenwoordigd door louter Maduro-aanhangers.
Na omstreden verkiezingen liet Maduro zich in januari vorig jaar beëdigen voor zijn tweede termijn als president. Guaidó pikte de uitslag niet en riep zichzelf kort daarna uit tot ‘interim-president’. Meer dan vijftig landen waaronder de Verenigde Staten hebben Guaidó erkend als leider van Venezuela. De interim-president beloofde Maduro af te zetten, maar daarvan is vooralsnog weinig terechtgekomen.
Ondertussen kampt het land met een verwoeste economie; het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt dit jaar een economische krimp van 25 procent. Daarnaast wordt Venezuela geteisterd door hyperinflatie. Vanwege de uitzichtloze crisis en honger zijn de afgelopen jaren meer dan vijf miljoen Venezolanen het land ontvlucht.
NRC