De hoogste rechtbank van de Verenigde Naties oordeelde vrijdag dat het zal ingrijpen om een decennia oud grensgeschil tussen Guyana en Venezuela te beslechten. Het besluit van het Internationale Gerechtshof betekent dat het nu zal gaan om de zaak te beoordelen, wat waarschijnlijk maanden of jaren zal duren, meldt persbureau AP.
Venezuela had betoogd dat de wereldrechtbank niet bevoegd was en weigerde deel te nemen aan juridische argumenten over de kwestie die eerder dit jaar werden gevoerd.
Het territoriale geschil dateert uit 1899 en een arbitrale uitspraak van een internationaal tribunaal dat de grens tussen de twee Zuid-Amerikaanse landen grotendeels in het voordeel van Guyana, dat toen een Britse kolonie was, trok. Het stukje jungle van Guyana ten westen van de Essequiborivier in het geschil is rijk aan goud, diamanten, hout en andere natuurlijke hulpbronnen.
De Verenigde Naties verwees het geschil in 2018 naar het ICJ nadat een bemiddelingspoging was mislukt. Venezuela heeft de tussenkomst van de rechtbank verworpen, met het argument dat een overeenkomst uit 1966 om de controverse op te lossen de oorspronkelijke arbitrage effectief tenietdeed.
In een verder diep verdeeld, socialistisch geleid land, is de langdurige claim van Venezuela een zeldzame bron van nationale eenheid. De oostelijke regio, die 40 procent van het hedendaagse Guyana uitmaakt, wordt op de Venezolaanse kaarten al generaties lang een “ontginningszone” genoemd, aangeduid met diagonale lijnen.
Wat de intrige nog groter maakte, was de ontdekking van ExxonMobil van enorme hoeveelheden olie in offshore-velden die de claim van Venezuela kruisen. Verwacht wordt dat de ontdekking in diep water de productie van Exxon tegen 2025 met maar liefst 750.000 vaten per dag zal stimuleren en Guyana, een arm land met 800.000 inwoners, snel zal transformeren in een grote oliemacht.
De president van het Wereldgerechtshof, Abdulqawi Ahmed Yusuf, zei vrijdag dat āde rechtbank concludeert dat het bevoegd is om de beweringen van Guyana betreffende de geldigheid van de onderscheiding van 1899 in behandeling te nemen … en de daarmee verband houdende kwestie van de definitieve regeling van het landgrensgeschil tussen het grondgebied van de partijen.ā