De Britse prins Philip, die vorige week op 99-jarige leeftijd overleed, is zaterdag na een dienst bijgezet in een crypte van Windsor Castle. De dienst duurde vijftig minuten en was zeer sober van opzet.
Het lichaam van de hertog van Edinburgh was in een omgebouwde, door hemzelf ontworpen Land Rover naar de Sint-George-kapel van Windsor Castle gebracht, waar de dienst gehouden werd.
In de kapel waren dertig gasten aanwezig. Er werden geen persoonlijke speeches gehouden tijdens de dienst, maar dat is ook niet gebruikelijk bij Britse koninklijke uitvaarten. Wel werden er Bijbelse teksten voorgelezen, en werd er gezongen. Alle gasten droegen tijdens de ceremonie een mondmasker en koningin Elizabeth (94) zat wegens de coronamaatregelen alleen.
Om 14.45 uur (09.45 uur Surinaamse tijd) kwam de rouwstoet in beweging. De band van de Grenadier Guards, het Britse korps, liep voorop. Zij werden gevolgd door enkele hoge militaire functionarissen. De Land Rover werd omringd door enkele leden van de koninklijke marine en een aantal militaire afgevaardigden die een speciale connectie met de prins hadden.
Achter de kist liep een klein deel van de Britse koninklijke familie, onder wie prins Charles en prinses Anne, en prins Andrew en prins Edward. Hierna volgden de kleinkinderen prins Harry en William. De twee broers werden in de stoet achter de kist gescheiden door hun neef Peter Phillips, het oudste kind van prinses Anne.
Op de kist ligt onder meer de militaire pet van Philip, zijn zwaard en een persoonlijke vlag waar elementen uit zijn leven in zijn verwerkt, zoals zijn Deense achtergrond.
Bij de uitvaart was vanwege de coronacrisis geen publiek welkom. Er stonden enkele honderden mensen rond het kasteel, maar de oproep van de politie om niet naar Windsor te komen lijkt grotendeels te hebben gewerkt. De dienst werd ook op de nationale televisie en radio uitgezonden. Het is geen staatsbegrafenis, omdat prins Philip dat niet wilde. Vlak voor het begin van de ceremonie werd in heel het Verenigd Koninkrijk een minuut stilte gehouden.
NU.nl
Bewerkt door: Redactie