De Braziliaanse president Jair Bolsonaro heeft dinsdag gedreigd met geweld tegen rechters van het hooggerechtshof. Ook zei hij dat alleen God hem weg kan krijgen uit het presidentieel paleis. Ten overstaan van duizenden sympathisanten, tijdens pro-regeringsrally’s in steden Brasilia en São Paulo, trok Bolsonaro de registers van zijn ramkoers-retoriek nog een stukje verder open. Als de hoogste rechters niet inbinden, waarschuwde hij, kan hen iets overkomen wat we niet willen”.
Honderdduizenden Bolsonaro-aanhangers gaven gisteren, Onafhankelijkheidsdag in Brazilië, gehoor aan de oproep van de president om de straat op te gaan. De dag zou ‘beslissend’ worden, had hij van tevoren veelbetekenend gezegd. Op welke wijze, dat bleef ook dinsdag onduidelijk. Met een jaar te gaan tot de verkiezingen en al maanden dalende populariteitscijfers, voert Bolsonaro een steeds hardere verbale strijd tegen de Braziliaanse instituties.
In de ochtend, tijdens een speech in hoofdstad Brasilia, dreigde hij dat de hoge rechters ‘iets’ kan overkomen, in de middag beloofde hij zijn aanhangers in São Paulo dat ‘alleen God’ hem weg kan krijgen uit het presidentieel paleis. “Ik ga nooit naar de gevangenis!”, riep hij, verwijzend naar een reeks onderzoeken die tegen hem lopen, onder andere van het hooggerechtshof. In Brasilia zei hij bovendien dat hij de volgende dag een crisisberaad zou beleggen om de staat van het land te bespreken.
Dreigementen
De met groot bombast aangekondigde pro-Bolsonaro-dag leverde nieuwe dreigementen op, nog meer suggesties van geweld, van een opstand, van een confrontatie tussen kamp-Bolsonaro en ‘ze’ of ‘die klootzakken’, iedereen die de president als zijn vijanden beschouwt. Tijdens de pandemie schold hij deelstaatgouverneurs de huid vol voor het invoeren van coronamaatregelen. Nu moeten al maanden de hoge rechters het ontgelden.
Enerzijds omdat zij dit voorjaar de aanklachten tegen zijn politieke rivaal, de linkse oud-president Lula da Silva, nietig verklaarden. Anderzijds omdat zij hun pijlen op de president zelf richten, onder andere vanwege zijn steeds boudere ongefundeerde aanvallen op instituten als het kiessysteem en de rechtspraak.
Sinds zijn aantreden in 2019 worstelt Bolsonaro zich al ruziënd door zijn presidentschap. Zijn botte stijl en conservatieve nationalistische retoriek vinden weerklank bij een deel van de Brazilianen, in peilingen heeft hij nog steeds steun van een (krimpende) 30 procent van de bevolking. De oud-militair heeft bovendien een stevige basis in het leger (hij vulde een groot deel van zijn kabinet met militairen) en de federale politie en kan rekenen op pragmatische politieke steun van een groot blok centrumpolitici in het parlement.
Confrontatie
Daartegenover staat een meerderheid die zegt genoeg te hebben van de rechtse stokebrand. Zij verkiezen inmiddels de oud-president Luiz Inácio Lula da Silva boven Bolsonaro. De voorman van de arbeiderspartij krijgt in peiling na peiling twee keer zoveel steun als de zittende president.
Bolsonaro’s tegenstanders zien met lede ogen toe hoe het staatshoofd aanstuurt op een nog onduidelijke confrontatie. Meermaals suggereerde hij dat het leger de macht kan overnemen als hij daarom zou vragen. Voor hem zouden slechts drie opties bestaan, zei hij eerder: “Gevangenis, de dood of de overwinning. En naar de gevangenis ga ik niet.”
Waar de president zijn dreigementen vaag houdt, komt het meest geharnaste deel van zijn achterban tot zeer expliciete conclusies. “Hij zou ze (de hoge rechters, red.) tegen de muur moeten zetten en executeren”, zei een supporter in Brasilia tegen de correspondent van The Guardian. Andere aanhangers verklaarden tegenover televisiecamera’s dat zij bereid zijn de wapens op te pakken om voor hun president te vechten.
Miljoenen andere Brazilianen haalden enigszins opgelucht adem omdat de demonstraties, hoewel massaal, veel kleiner uitvielen dan de miljoenen mensen die de president van tevoren had beloofd. De vraag is met welke overtreffende trap Bolsonaro de volgende keer op de proppen komt.
VK.nl