De Braziliaanse president Jair Bolsonaro trekt zich terug uit de politiek als hij de verkiezingen in oktober verliest. In de peilingen loopt hij alvast achterop. “Als het Gods wil is, zal ik doorgaan. Zo niet, dan geef ik de (presidentiële) sjerp terug en treed ik terug”, stelde Bolsonaro in een podcast voor jonge gelovigen.
Een jaar geleden zei de uiterst rechtse president nog dat “alleen God” hem de macht kon ontnemen, maar de afgelopen weken heeft de 67-jarige zijn retoriek wat afgezwakt. Op die manier probeert hij een meer centrumgezind electoraat aan te trekken.
In de laatste opiniepeiling van Datafolha, die vrijdag werd gepubliceerd, staat Bolsonaro 11 procentpunten achter op de linkse ex-president Luiz Inacio Lula da Silva (34 procent tegen 45 procent). Het verschil nam geleidelijk af, eind mei was er nog sprake van 21 procentpunten.
“Niet de redder van het land”
Het staatshoofd richtte zich rechtstreeks tot de jongeren en zei dat hun beslissing bij de verkiezingen “hun toekomst zou kunnen bepalen”. Daarna leverde hij ook kritiek op de linkse regeringen in de meeste andere Zuid-Amerikaanse landen. “Maar ik ben niet de redder van het land, ik ben niet diegene die Brazilië zal redden,” klonk het tijdens het ruim vier uur durende interview.
Bolsonaro zei ook nog dat hij spijt heeft van een aantal vergaande uitspraken over COVID-19, een zeldzaam mea culpa.