De Franse baguette behoort volgens de VN-organisatie UNESCO tot het cultureel werelderfgoed. Frankrijk heeft afgelopen jaar om erkenning van het stokbrood gevraagd. UNESCO, waarvan het hoofdkantoor in Parijs staat, voegt de baguette nu toe aan de lijst met immaterieel cultureel erfgoed.
Het Franse stokbrood komt op de UNESCO-lijst omdat het “exemplarisch voor de Franse manier van leven” is, zegt directeur-generaal Audrey Asoulay. “De baguette is een dagelijks ritueel, is onderdeel van de Franse keuken en staat voor delen en gezelligheid. Het is belangrijk dat die elementen bewaard blijven voor toekomstige generaties.”
De baguette kreeg zijn naam officieel in 1920, maar is al veel ouder. In dat jaar werd een wet van kracht die bepaalt dat een baguette minstens 80 gram moet wegen en maximaal 40 centimeter lang mag zijn. Er worden in Frankrijk dagelijks naar schatting tien miljoen baguettes gegeten.
Wanneer de baguette precies ontstaan is, is niet zeker. Er is bewijs dat het stokbrood in de zeventiende eeuw al gebakken werd. Een populaire maar onbevestigde verklaring is dat keizer Napoleon besloot dat brood in stokvorm moest worden gemaakt zodat soldaten het makkelijk konden meenemen.
Tegelijk met de Franse baguette werden ook de Cubaanse rummeesters tot werelderfgoed benoemd. Eerder dit jaar werd onder meer de Chinese theecultuur toegevoegd aan het immaterieel cultureel erfgoed.
Op de UNESCO-lijst staan zo’n zeshonderd vaardigheden, dansen, zangkunsten, gebruiken, rituelen en andere “ongrijpbare” zaken. Het beroep van molenaar (als symbool voor de molencultuur) is de enige Nederlandse bijdrage.