De afgelopen week verscheen in het NRC Handelsblad een bericht over een schikking van Balast Nedam met het Openbaar Ministerie voor het omkopen van overheidsfunctionarissen in Saudie ArabiĂ«. In totaal 17.5 miljoen euro. Om bouwprojecten in Suriname – de Wijdenbosch- en de Coppenamebrug – binnen te halen zouden er ook steekpenningen betaald zijn. Dit zou vanaf 1997 plaats hebben gevonden voor een bedrag van 34 miljoen gulden. In het artikel worden Jules Wijdenbosch en DesirĂ© Bouterse, regeringsverantwoordelijken toen, genoemd als ontvangers van deze smeergelden.
De wijze waarop dit soort zaken worden afgehandeld roept tal van vragen op. De meeste personen zullen zich afvragen of er inderdaad smeergelden betaald zijn aan Wijdenbosch en Bouterse. Zelf ben ik ook zeer benieuwd naar het antwoord.
We moeten echter deze zaak in een breder kader plaatsen. Mocht het zo zijn dat Balast Nedam inderdaad smeergelden heeft betaald en dat eerder genoemde heren deze hebben aangenomen, dan is er aan beide zijden sprake van een immense en strafbare misser.
Ik neem het Balast Nedam kwalijk dat zij het houdt op een schikking met het Openbaar Ministerie zonder een waarheidsgetrouw verslag te doen van de smeergelden die zij daadwerkelijk in Suriname heeft betaald. Maar ook het Openbaar Ministerie zou op basis van haar taak de samenleving moeten informeren over wat mis is gegaan. Daarnaast zijn wij benieuwd hoe tot het schikkingsbedrag is gekomen. Transparantie vereist dat men met feiten op de proppen komt.
Dat corruptie een internationaal verschijnsel is wordt hier opnieuw duidelijk. Toch mogen wij dit niet gebruiken om corruptie in eigen land te rechtvaardigen. Wij blijven erbij dat alles in het werk gesteld moet worden om oneerlijk handelen uit te schakelen.
Daarom eis ik dat de waarheid in deze kwestie naar boven gehaald wordt. Suriname verdient dat. Alle praktijken die rieken naar onverantwoord handelen dienen onderzocht te worden. Vervolgens moeten maatregelen getroffen worden en eventuele daders gevonnist.
Hier blijkt opnieuw het belang van de, zo vaak genoemde, anti-corruptiewet. Een schande dat we nog steeds niet tot realisatie hiervan zijn gekomen. Wij blijven echter onvermoeibaar strijden totdat het een feit is en in Suriname corruptie tenslotte op preventieve wijze zal worden bestreden.
Maar vóór alles roep ik burgers op om wakker en waakzaam te zijn en hun stem te laten horen. Hoe meer Surinamers dat doen, hoe minder ons land en ons volk benadeeld zullen worden. Bewust niet meewerken aan corruptieve handelingen, op eerlijke wijze je brood verdienen en bijdragen aan het voorkomen van deze zaken zijn al vele stappen in de goede richting.
Wanneer de versterking van de Rekenkamer, de Centrale Landsaccountantsdienst, de afdelingen Interne Controle op de ministeries plaatsvinden, naast verder een actief anti-corruptiebeleid, dan zullen we eindelijk stappen voorwaarts maken op de index van Transparency International, die ons een 94ste plaats toebedeelt.
Carl Breeveld