Een bekende benadering bij sommige politici is het onderscheid tussen de oude- en nieuwe politiekvoering. Hier kunnen hele lange debatten door ontstaan. Mijn onderscheid tussen oude- en nieuwe politiekvoering is een andere dan die doorgaans gebruikt wordt. De oude politiekvoering is er een van nepotisme, hoge mate van corruptie, rancune, patronage, arrogantie, gebrek aan daadwerkelijke communicatie. Volgens mijn omschrijving worstelen we dus nog steeds met deze oude politiek. In deze optiek wordt nieuwe politiekvoering gekenmerkt door: transparantie, corruptievrij bestuur, daadwerkelijke burgerparticipatie, dienstbaar en dus voorbeeldig leiderschap, open communicatie tussen burgers en beleidsmakers.
Ik ben dus niet te vinden voor een kunstmatige opdeling in oude- en nieuwe politiek, zoals men die doorgaans pleegt te doen. De samenleving moet zich ook niet op een verkeerd been laten zetten met deze opdeling. Regeringen die gaan en komen hebben altijd als uitgangspunt gehad, hun beste beentje te willen voortzetten. Geconstateerd moet worden dat goede bedoelingen van veel bestuurders worden doorkruist door het primair stellen van het eigen- of groepsbelang, corruptie, gebrek aan transparantie, rancune etc. De Frontregeringen hebben gewerkt aan monetaire stabilisatie, het aflossen van grote schulden, maar helaas werden die daden overschaduwd door traag inspelen op acute problemen, slechte communicatie met de samenleving, ernstige schandalen rond de uitgifte van gronden, weinig investering in huisvesting en vriendjespolitiek.
De huidige Megacombinatie toont meer daadkracht, initieert nieuwe projecten waaronder de naschoolse opvang, woningbouw, afschaffing ouderbijdrage in het onderwijs, aanschaf nieuwe boeken voor het onderwijs uit Nederland, bouw van schoollokalen, intensivering van contacten met landen in de regio en andere landen, recentelijk inclusief Nederland etc. Helaas ook hier een overschaduwing van goede initiatieven door slecht leiderschap, nepotisme, patronage, rancune en corruptie. De wisseling van de vele ministers is zondermeer een minpunt en het uit elkaar vallen van de oorspronkelijke regeringscoalitie eveneens. Dat geeft aan dat er geen gemeenschappelijke ontwikkelingsdoelen zijn vastgelegd, noch profielen van personen die invulling aan de uitvoering moeten geven. Het denkwerk vooraf is uitgebleven.
Concrete schandalen zijn daar: Carifesta kostte ons land 17 miljoen (100%!) meer. Het is evenals de naschoolse opvang – om met woorden van de president te spreken – een nyan patu geworden. Er zijn nog steeds personen en bedrijven die diensten geleverd hebben en hun geld niet hebben ontvangen. Dit noem ik visti prodo en ondoordacht besturen. Ik heb het vaker gezegd dat de regering de gewoonte heeft eerst te handelen daarna te denken, terwijl het omgekeerd behoort te zijn. De aanschaf van het ambassadegebouw in Parijs is een van de debacles. Duidelijke verantwoording van deze miljoenen aankoop is er nooit gekomen. Het niet op tijd uitbetalen van subsidiegelden is eveneens een fiasco. Maandenlang moeten instellingen, waaronder het bijzonder onderwijs, wachten op financiële middelen die van de overheid moeten komen. Er is een cassavefabriek met veel fanfare geopend, vervolgens loopt het niet en cassaveboeren raken mismoedigd.
Ik had gehoopt dat deze president alles in het werk zou stellen om wat en wie niet deugt te bedanken. Dit op basis van zijn eigen uitspraak dat hij een kruistocht zou voeren tegen corruptie en verkwanseling van staatmiddelen zou tegengaan. Nog nooit heeft een president van ons land zich zo scherp uitgelaten tegen corruptie. Wat we helaas merken is dat personen die zich hieraan schuldig maken ongestoord hiermee doorgaan, zonder dat de president daadwerkelijk ingrijpt. Daardoor maakt hij zichzelf ongeloofwaardig. Het zou interessant zijn na te gaan hoeveel personen zich in de afgelopen periode op grove wijze hebben verrijkt en hoe groot het bedrag is waarmee onze natie is benadeeld.
Carl Breeveld