Voor mijn verhaal van vandaag heb ik ook weer de laatste informatie van het net gehaald. Het zal je gebeuren dat je, in deze tijd waar men maar al te gemakkelijk zijn eigen interpretatie geeft aan alles, de plank misslaat met wat je wilt overbrengen. De opgezochte informatie bracht me op hoe men het gelijkheidsbeginsel in de praktijk heeft gebracht/brengt in onder andere Europa, Amerika en natuurlijk Suriname.
Het gelijkheidsbeginsel kan gerekend worden tot de gelijkheidsrechten en de grondrechten of mensenrechten welke zijn vastgelegd in internationale verdragen. Daarbij is precair dat in “gelijke gevallen” volgens de geest van het beginsel, gelijke behandeling wordt toegekend aan een ieder. Man en vrouw zijn bijvoorbeeld niet gelijk, maar gelijkwaardig, en zou het begrip zeer elastisch misschien wel het gelijkwaardigheidsbeginsel genoemd moeten worden. Het gaat hier om een vrij westers begrip, welke haar oorsprong heeft in de Franse Revolutie. De staatsinrichting toen had dan ook de focus op égalite, naast liberté en fraternité. In de 20ste eeuw deed gelijkheid zijn intrede in Nederland via het algemeen- en het vrouwenkiesrecht.
Het gelijkheidsbeginsel is geen universeel geaccepteerd concept. Binnen vele godsdienststromingen wordt er wel degelijk onderscheid gemaakt tussen uitverkorenen en heidenen, en absoluut tussen mannen en vrouwen. Voorbeelden hiervan zijn:
– Bij de rooms katholieke kerk waar het priestersambt alleen toegankelijk is voor ongetrouwde mannen
– Bij orthodoxe christelijke stromingen waar homoseksuelen worden geweerd
– Bij de Islamieten waar onderscheid gemaakt wordt tussen Moslims die wel, Moslims die beperkt en anderen die geen rechten hebben
– Hindoes kennen het kastenstelsel, waarbinnen de rechten worden bepaald
Ook in politieke zin worden er verschillende interpretaties gegeven aan het gelijkheidsbeginsel. Vooral gendergelijkheid is en blijft hot topic. Nu de race naar de verkiezingsdag in de laatste versnelling is geschakeld, worden de discussies over dit onderwerp steeds heftiger.
Volgens het Global Gender Gap rapport, welke jaarlijks wordt opgemaakt door het World Economic Forum (WEF), is het probleem in Suriname nog erg diep geworteld. Van de 142 onderzochte landen scoorde SU slechts een 109de plaats. Bij het onderzoek worden ongelijkheden op het gebied van gezondheid, educatie, politieke participatie, en economie onder de loep genomen.
Vooral het gebrek aan politieke participatie, de ongelijke beloning en de afwezigheid van voldoende vrouwelijk leiderschap trekt de score van SU drastisch naar beneden. Terwijl op het vlak van gezondheid en educatie de genderkloof bijna volledig lijkt te zijn gedicht. Tegenwoordig is het aantal vrouwelijke studenten op de universiteit 70%.
Volgens deskundigen zegt het WEF rapport ook niet alles. Onze ambassadeur bij de VN (UNDP) was zelfs heel erg verbouwereerd bij het doornemen van de cijfers in het rapport. “Het blijft een raadsel waarom we zo laag blijven scoren. Suriname is misschien een late en trage bloeier richting gendergelijkheid, maar we zijn heel erg hard op weg”, zegt hij.
Vooral bij het bestrijden van huiselijk geweld, een bijzonder grote problematiek in SU, worden goede stappen ondernomen richting preventie en hulpverlening. We zijn ook nauw betrokken bij internationale organisaties die streven naar meer gelijke kansen en rechten voor vrouwen. Voorbeelden daarvan zijn de academische samenwerking rond genderonderzoek van ADEK en de York University of Canada, evenals de actieve participatie in de “HeForShe” campagne voor gendergelijkheid van de VN. De “OokZij” campagne is daar een gelijkwaardige tegenhanger van.
Zoals ik al eerder zei, in de aanloop naar de vrije en geheime verkiezingen van 25 mei aanstaande, wordt er verhoogde aandacht besteed aan de politieke participatie van vrouwen. Er worden bewustwordingscampagnes gevoerd, denk tanks en adviesraden opgericht, en wetenschappelijke benaderingen gebruikt om daadwerkelijk meer vrouwen in politiek vooruit geschoven posities te krijgen. De roep om minimaal 30% vrouwen bij deze verkiezing erbij te betrekken is blijkbaar nog niet door een ieder gehoord en geaccepteerd. Met slecht 12% vrouwelijke parlementariërs op dit moment scoort Suriname beduidend lager dan ons buurland Guyana (26%) en haalt het ook niet bij andere Caribische landen als Trinidad & Tobago (18%) of Barbados (15%).
Dat er nog een te sterke machocultuur heerst, en dat de invloed van etniciteit en religie nog te sterk aanwezig is binnen de zeer diverse SU gemeenschap, zien we duidelijk terug in de verschillende uitingen van gender relaties. Volgens de scherpe kritiek van politicoloog, Hans Breeveld, prijkt er af en toe een vrouw op de kieslijst, maar ze is niets meer dan versiering van het geheel.
Ik wil bij deze bovengenoemde stelling met klem weerspreken! Wij hebben de 30% voor Paramaribo en Wanica gerealiseerd. De vrouwen die bij ons staan zijn niet slechts versiersel. Wij zijn er klaar voor om onze bijdrage te leveren en vanuit besluitvormende posities te werken aan de verdere ontwikkeling van dit land.
Ernestina Gӧdeken
PALU