Vorige week heb ik in mijn column over de vraag “waarom stemmen we” uitgelegd dat etnische identificatie en vertegenwoordiging nog steeds een belangrijke factor is, maar minder belangrijk dan een halve eeuw geleden. Deze keer ga ik in op de factoren “belangen” en “ideologie”. Het klinkt logisch: mensen stemmen, omdat ze willen dat politici hun belangen gaan behartigen. Maar wat zijn die belangen?
Er zijn individuele belangen. Je wilt een stuk grond hebben. Een politieke partij regelt dat voor je. Je bent dankbaar en geef je stem aan die partij.
Er zijn sociale belangen, groepsbelangen. Een brug over de Surinamerivier is belangrijk voor iedere Surinamer. Een stabiele munteenheid is belangrijk voor iedere Surinamer. Partijen die hiervoor zorgen zullen gezien worden als partijen die de belangen van het hele land behartigen. Een wet voor een minimumloon is in het voordeel van arbeiders en kan (het hoeft niet) in het nadeel van werkgevers zijn. De groepsbelangen kunnen ook tegengesteld zijn: werkgevers kunnen tegenovergestelde belangen hebben dan werkgevers. Ze hebben ook gemeenschappelijke belangen.
Iedere partij zegt op te komen voor het algemeen belang, maar in werkelijkheid zijn er partijen die duidelijk opkomen voor de armste delen van de samenleving en andere partijen die de belangen van de rijkere delen van de samenleving behartigen. Dat is in Suriname zo. Dat is in veel andere landen zo. De arme mensen vormen de overgrote meerderheid van de Surinaamse bevolking, dus is het logisch dat partijen die de belangen behartigen van rijke Surinamers, die niet openlijk gaan toegeven. Ze gaan de nadruk leggen op algemene belangen. De partijen die opkomen voor de arme Surinamers kunnen dat openlijk zeggen, want daar is hun meerderheid.
Iedere Surinamer moet naar politieke partijen kijken en zich de vraag stellen: welke belangen dient deze partij. Voor wie komen ze in werkelijkheid op, ongeacht wat ze zeggen?
Soms zie je dat arme mensen stemmen voor partijen die duidelijk de belangen van rijke mensen behartigen. Hoe is dat mogelijk? Dat komt door de invloed van ideologie. Mensen handelen ook op basis van beïnvloeding door ideeën, al kunnen die ideeën tegen hun belangen ingaan. De media zijn vaak niet neutraal. Of ze zijn in handen van de elite of ze geven informatie op basis van westerse media ook al klopt die informatie helemaal niet.
Afgelopen week was Internationale Vrouwendag. De Unie van Surinaamse Vrouwen onder leiding van voorzitster Asha Mungra verklaarde zich solidair met de vrouwen van Venezuela. Alle westerse propaganda over Venezuela wordt zonder enige schaamte tentoongesteld. Venezuela is ondemocratisch, terwijl er regelmatig conform de grondwet verkiezingen worden gehouden die door internationale waarnemers worden gecontroleerd. Venezuela schendt mensenrechten, terwijl een gewapende oppositie maandenlang de meest ernstige mensenrechtenschendingen hebben gepleegd: brandbommen gooien naar mensen die levend verbrand zijn, sluipschutters die op ongewapende burgers schieten etc. Het is allemaal gedocumenteerd, maar Mungra heeft lak aan die documentatie.
Op de Internationale Dag van de Vrouw zou Mungra zich moeten afvragen: hoe staat het met de positie van de vrouw in Venezuela sinds Hugo Chavez? Wat blijkt? Chavez heeft een ministerie voor vrouwen en gendergelijkheid ingericht die onder meer een ontwikkelingsbank voor vrouwen heeft opgezet (banmujer), een wet heeft ingevoerd tegen geweld tegen vrouwen, een nationaal vrouweninstituut, programma’s om kindersterfte en problemen rond zwangerschap drastisch te reduceren en het onderwijs toegankelijker te maken voor meisjes. Juist de regering van Chavez en Maduro hebben veel voor vrouwen gedaan, maar Mungra kijkt niet naar de feiten en als een kip zonder kop kakelt ze de westerse media na in hun propaganda tegen Venezuela.
Sandew Hira