De NDP heeft een verklaring afgegeven waarin ze stelt dat de procureur-generaal (pg) een uiterst onvolledige, eenzijdige en bevooroordeelde onderbouwing heeft gegeven aan zijn vordering om de minister in staat van beschuldiging te stellen. Deze vordering wordt afgewezen door de NDP-fractie. Eerder werd door de NDP gevraagd waarom de pg er zo een haast maakte van vervolging van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën. Daarop hebben wij toen duidelijk gemaakt waarom de pg zo spoedig mogelijk tot vervolging moest overgaan. Artikel 156 van het Wetboek van Strafvordering schrijft dat letterlijk voor (is een opdracht van de wetgever). Toen verliet men die propaganda en koos men voor een andere.
NDP-fractieleider Amzad Abdoel en fractiegenoot Ronald Hooghart zeiden vervolgens bij voorbaat tegen de vordering van de pg te zullen stemmen. Dus links of rechts, zij zouden ertegen stemmen. Of Hoefdraad nou wel of niet schuldig zou zijn, zij zouden ertegen stemmen. Ook daarop hebben wij geantwoord.
Nu komt de NDP met een verklaring, maar wat voor zin heeft die verklaring indien prominenten van de NDP al vooraf aangegeven hebben bij voorbaat tegen de vordering te zullen stemmen.
De NDP zegt in de gegeven verklaring: “…..zijn wij als fractie tot de conclusie gekomen dat het verzoek van de pg zowel formele, alsook feitelijke onvolkomenheden bevat, waardoor niet anders kan worden geconcludeerd dan dat hetgeen de pg als een korte feitelijke omschrijving van het misdrijf dan wel de misdrijven heeft….”.
“Verder kan uit de vordering van de pg, als uit het verweer van de minister worden geconcludeerd dat de pg in de door hem gehanteerde beschrijving bestemd om DNA te informeren onvolledig is geweest, niet of niet geheel juist is geweest, althans dat de door de pg gehanteerde beschrijving geen weerspiegeling is van de vele reeds afgelegde verklaringen”.
“Het staat derhalve voor DNA vast dat de procureur-generaal een uiterst onvolledige, eenzijdige en bevooroordeelde onderbouwing van diens vordering heeft ingediend”.
Commentaar
De NDP heeft moeite met de korte omschrijving en de onvolledige onderbouwing door de pg, maar de pg heeft niks verkeerd gedaan.
Artikel 3 van de Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers (hierna te noemen “wet”), zegt het volgende: “De vordering als bedoeld in artikel 2 lid 1 bevat een korte feitelijke omschrijving van het misdrijf dan wel de misdrijven, waarvan de betreffende politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager wordt verdacht alsmede de wettelijke of verdragsrechtelijke bepalingen, waarbij of krachtens welke dat misdrijf dan wel die misdrijven strafbaar is/zijn gesteld”.
Zag u het al? Dit artikel zegt ….. bevat een korte feitelijke omschrijving van het misdrijf…… Volgens de wet moet de pg een korte beschrijving geven, hij moet alleen de feiten noemen. De pg hoeft zijn stelling niet (uitgebreid) te motiveren, want dat moet hij doen bij de rechter, niet bij het parlement. De pg moet het parlement slechts informeren welke feiten mogelijk gepleegd zijn en hij moet de overtreden wettelijke bepalingen aangeven; meer niet. Hij moet de feiten omschrijven, niet onderbouwen. Naar onze mening heeft de pg zelfs veel en uitgebreid materiaal aangedragen, meer dan waartoe hij verplicht was.
De pg hoeft het parlement geen (uitgebreide) motivering te geven, omdat artikel 5 van die wet het volgende zegt: “De Nationale Assemblée treedt niet in de beoordeling van de gegrondheid van het aanmerken van de betreffende politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager als verdachte in de zin van artikel 19 van het Wetboek van Strafvordering, doch beoordeelt uitsluitend of zijn of haar vervolging in politiek bestuurlijk opzicht in het algemeen belang moet worden geacht”.
In de Memorie van Toelichting van die wet staat: “Een beoordeling of de betreffende politieke ambtsdrager zich werkelijk aan de feiten, waarvan hij verdacht wordt heeft schuldig gemaakt, moet uiteindelijk aan de rechter blijven, mede gelet op het reeds aangehaalde artikel 10 van de Grondwet”.
U zag het al. Slechts de rechter oordeelt of Hoefdraad zich aan de feiten schuldig gemaakt heeft of niet (…moet uiteindelijk aan de rechter blijven..). Het is niet aan Abdoel of de NDP, om te oordelen of Hoefdraad zich wel of niet schuldig gemaakt heeft.
Volgens de NDP is de door de pg gehanteerde beschrijving geen weerspiegeling van de vele reeds afgelegde verklaringen. Precies hier treedt de NDP in de inhoudelijke beoordeling van de zaak. De NDP zegt hier dat Hoefdraad de feiten ontkend heeft en dat de pg daardoor ongelijk heeft.
Het parlement moet slechts oordelen of een vervolging van Hoefdraad wel of niet in het algemeen belang is. Vanaf dag één dat Hoefdraad minister werd, is er flinke ruis in het land. Door die ruis ontstond er onrust op de kapitaalmarkt. Die onrust zorgde voor een toevlucht naar de vreemde valuta. Die toevlucht zorgde weer voor een groter wordende vraag naar US-dollars. Die groter wordende vraag zorgt voor een steeds stijgende wisselkoers (vraag en aanbod). Ziet u wat voor ketenreactie ruis kan veroorzaken?
Is het algemeen belang dan niet gediend indien deze ruis opgehelderd en dus gestopt wordt? Juist, het is in het algemeen belang dat de waarheid boven tafel komt en alle ruis weg genomen wordt. Het is ook in het belang van Hoefdraad dat hij een eerlijk proces krijgt. De rechtszaal is de enige plek voor een eerlijk proces. De pg moet onverkort zijn werk kunnen voortzetten, zonder obstructie van de politiek, omdat wij machtenscheiding hebben in Suriname. Anders, zal dat leiden tot aantasting van het rechtsgevoel van grote delen van de samenleving. Ook voor die delen van de samenleving, dient de NDP er te zijn.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier