Het is juist dat advocaten een grote vrijheid hebben om ten behoeve van de zaak van hun cliƫnt juridische middelen in te zetten. Daarnaast heeft een advocaat echter ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid en moet hij onder omstandigheden dan ook afzien van middelen waarvan het voordeel niet opweegt tegen de schade die ermee wordt veroorzaakt. Wij zijn van mening dat de advocaten in deze zaak hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en de stand van de advocatuur hebben miskend. Dit klemt te meer, nu onduidelijk is wat de opdracht van Gillmore Hoefdraad inhoudt en welk voordeel voor de cliƫnt met deze actie wordt beoogd.
De advocaten van Hoefdraad hebben steeds argumenten aangehaald om te voorkomen dat Hoefdraad vervolgd wordt. Op zich niks mis mee, want daarvoor zijn ze advocaat van hem. Overigens heeft Hoefdraad het recht om verdedigd te worden; dat recht miskennen wij niet. Het wordt wel anders, indien hij tot aan de domme toe, verdedigd wordt en daarmee het aanzien van de advocatuur geschaad wordt.
Van iets wat zwart is, kun je niet zeggen dat het wit is, terwijl het voor eenieder en dus ook voor de betreffende advocaten zichtbaar is dat het zwart is. Van een ezel kun je toch niet zeggen dat het een koe is, terwijl het voor eenieder zichtbaar is dat het een ezel is? Wij zullen u uitleggen wat wij hiermee bedoelen.
In eerste instantie betoogden de advocaten van Hoefdraad dat hij niet tweemaal voor hetzelfde feit vervolgd kan worden, vanwege het strafvorderlijke ne-bis-in-idembeginsel. De advocaten doelden erop dat de vordering van de procureur-generaal (pg) door de toenmalige NDP-coalitie in De Nationale Assemblee (DNA) reeds behandeld was. Dit, terwijl eenieder weet dat DNA niet de instantie is die iemand vervolgt. In werkelijkheid is het zo dat vanwege het feit dat die vordering van de pg door toenmalige DNA afgewezen was, Hoefdraad niet vervolgd was. Vervolging begint pas nadat de politieke ambtsdrager in staat van beschuldiging is gesteld en dat had toen niet plaatsgevonden. Waar de advocaten van Hoefdraad stellen dat hij niet voor een tweede keer vervolgd mag worden, is de werkelijkheid zo, dat hij niet eens voor een eerste keer vervolgd is geweest en dat weten de betreffende advocaten ook.
In de Memorie van Toelichting Wet in staat van beschuldigingstelling politieke ambtsdragers staat letterlijk het volgende: āVoorts bepaalt genoemd artikel dat politieke ambtsdragers door de procureur-generaal bij het Hof van Justitie kunnen worden vervolgd slechts nadat deze door De Nationale AssemblĆ©e in staat van beschuldiging zijn gesteld overeenkomstig de wetā.
Hier ziet u dat het glashelder staat aangegeven wanneer vervolging begint of wanneer er pas sprake zou zijn geweest van vervolging. Desondanks beweren de betreffende advocaten iets anders. Zie een uitgebreide behandeling van deze materie e.a. in deze column van ons.
Vervolgens stelden de advocaten dat Hoefdraad eerst gehoord moest worden in verband met de hernieuwde vordering van de pg, om hem in staat van beschuldiging gesteld te krijgen. Dit, terwijl in Artikel 7 Wet in staat van beschuldigingstelling en vervolging politieke ambtsdragers letterlijk staat aangegeven dat DNA mag besluiten om hem onmiddellijk in staat van beschuldiging te stellen, zonder hem eerst te horen. Ook dit weten de advocaten van Hoefdraad, want het staat er duidelijk in de betreffende wet. Deze materie hebben wij in deze column besproken.
Nu het overduidelijk is dat de advocaten stellingnames hebben gebezigd, die nergens steun vinden in het recht en dat zij wisten of hoorden te weten dat zij een onjuiste stellingname bezigen. Met andere woorden, zij weten of hoorden te weten dat zij stellen dat een ezel een koe is. Dit, terwijl een klein kind ook weet dat het niet zo is.
De advocaten hebben een kansloze zaak aanhangig gemaakt, hetgeen taboe is binnen de advocatuur. Zij hebben hun vordering gebaseerd op stellingen waarvan zij op voorhand moesten begrijpen dat deze helemaal geen kans van slagen had. Dit neigt zelfs naar misbruik van procesrecht en het gebruik van ongewenste vertragingstactieken, hoewel wij het nut ervan niet inzien; hoe langer Hoefdraad (via zijn advocaten) weigert zich te verantwoorden bij de rechter of hoe langer hij zich schuilhoudt, des te meer hij geschaad wordt. Dat is niet in het belang van de cliƫnt van de betreffende advocaten, terwijl zij juist moeten letten op het belang van hun cliƫnt. Dit alles schaadt het vertrouwen in de advocatuur en de advocaten handelen onzes inziens in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
Studenten van het eerste leerjaar Rechtsgeleerdheid maken in het kader van het door de advocaten gestelde ne-bis-in-idembeginsel, grapjes over deze advocaten. Dit, vanwege het feit dat dit rechtsbeginsel in de eerste les van de rechtenstudie gedoceerd wordt. Ja, u leest het goed, in de eerste les! Nu laten de advocaten zien dat zij de stof van de eerste les van de studie rechten niet beheersen of bewust negeren.
Dit schaadt de stand van de advocatuur. Anders gezegd, dit schaadt het aanzien van de stand der advocatuur.
Het Hof van Justitie in Suriname heeft op 28 juli 1950, uit de hand van de toenmalige president van het Hof van Justitie, de heer mr. dr. J.A.E. Buiskool, de basis gelegd voor gedragsregels van de advocatuur. Daarbij zijn ereregels voor de advocatuur vastgesteld waarin letterlijk staat dat de advocaat zich heeft te onthouden van alles, wat inbreuk maakt op de eer van de stand der advocaten.
Voorts dient de advocaat het maken van onnodige en overdreven kosten te vermijden, aldus mr. dr. J.A.E. Buiskool. Overigens dient een advocaat het beroep uit te oefenen zonder zich daarbij door de zucht naar persoonlijk financieel, maatschappelijk of ander voordeel te laten leiden. Met de op voorhand bekend zijnde kansloze zaak wordt naar onze mening inbreuk gemaakt op deze regels. De advocaten blijven naar onzes inziens verdienen door onnodig te procederen, terwijl zij weten of horen te weten dat het een kansloze zaak is (als zij betaald worden tenminste). Het lijkt alsof de daarbij mooi meegenomen maatschappelijke bekendheid (dus maatschappelijk voordeel) ook meeweegt bij deze advocaten; althans dat gevoel krijgen wij.
Beter een hand van een rechter dan een omhelzing van een advocaat
De heer Hoefdraad willen wij, met excuses aan advocaten in het algemeen, een heel oude Italiaanse wijsheid voorhouden: āBeter een hand van een rechter dan een omhelzing van een advocaatā. Toelichting: De rechtszaal is dĆ© plek voor een eerlijk proces. Hij moet ervoor zorgen dat het moment van dat eerlijk proces zo snel mogelijk aandient, want de rechter waakt ook ervoor dat hij een eerlijk proces krijgt. Van kansloze procedures worden alleen zijn advocaten er beter van en dergelijke procedures zorgen alleen maar ervoor dat het moment van een eerlijk proces steeds uitgesteld wordt. Hij kan liever de hand van de rechter pakken, door in de rechtszaal te verschijnen.
Er was een tijd dat men opkeek naar een advocaat in Suriname. Heden ten dage is dat anders geworden, precies vanwege dit soort handelswijze van enkele advocaten.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier