In onze column die wij hiervoor gepubliceerd hebben, gaven wij een juridische analyse van de Wet Buitenlandse Dienst. Uit die analyse bleek dat de heer Rajendre Khargi niet voldoet aan de minimale wettelijke eisen van deze wet. Eén van de minimale eisen is een opleiding aan het Suriname Diplomaten Instituut (SDI). Die opleiding heeft de heer Khargi niet gevolgd, waardoor deze aanstaande benoeming in strijd is met de wet.
Wilt u deze column goed begrijpen, dan is het toch raadzaam dat u eerst de eerdere column over deze materie leest. In de eerdergenoemde column hadden wij beloofd een analyse te geven van de Memorie van Toelichting (MvT) op de Wet Buitenlandse Dienst. In een MvT is een uitleg te vinden over de betreffende wetgeving en de wetsartikelen uit die wet. Wij hebben alleen de relevante passages opgenomen in deze column.
Te beginnen met de eerste passage.
Uit deze passage blijkt dat je over deskundigheid en internationale ervaring moet beschikken. Over welke deskundigheid en ervaring je moet beschikken, is vooraf bekendgemaakt middels deze wetgeving (lees:….onder vooraf bekende bepalingen….). Je moet minimaal de opleiding aan het SDI gevolgd hebben, wil je van deskundigheid spreken. Uit de woorden “…Deze taak dient te worden vervuld…” blijkt dat er geen ruimte is voor een andere interpretatie. Deze taak ‘moet’ en kan alleen worden vervuld door personen die voldoen aan de minimale wettelijke eisen zoals vervat in deze wet.
Uit deze passage blijkt wat het doel is van deze wetgeving: het beschikken over een professionele Buitenlandse Dienst die bestaat uit ter zake opgeleide deskundigen; mensen die de juiste opleidingen hebben gevolgd (minimaal “SDI-diploma”). Leest u de tekst van deze passage nogmaals en zie hoe vaak er gehamerd wordt op ter zake doende opleiding en deskundigheid.
Je moet voldoen aan bijzondere eisen en die zijn vastgelegd in deze wet. Eén van de bijzondere eisen is een “SDI-diploma”. Uit de laatste zin blijkt dat mensen met een SDI-diploma moeten kunnen rekenen op een voorspelbare carrière en dat hun zekerheden wettelijk vastgesteld zijn. Uit deze zin blijkt ook dat het niet redelijk en billijk zou zijn indien anderen een dergelijke functie krijgen, terwijl zij de betreffende opleiding niet gevolgd hebben. Het zou ook niet redelijk en billijk zijn indien degenen die de opleiding wel gevolgd hebben, gepasseerd worden door mensen die de opleiding niet gevolgd hebben.
Hier ziet u dat er harde voorwaarden/eisen gesteld zijn in deze wet, waaraan ambassadeurs dienen te voldoen, vooral gezien de nationale ontwikkelingsdoelen.
Dit is het belangrijkste wetsartikel in dit geval. In de derde en vierde regel ziet u dat er gesproken wordt van een professionele Buitenlandse Dienst. Dat is één van de doelen van deze wet.
In de zesde regel van bovengenoemde passage, ziet u dat de wetgever minimale eisen heeft gesteld aan diplomaten. De minimale eis is een opleiding aan het SDI. De nog te benoemen ambassadeur Rajendre Khargi voldoet niet aan deze minimale eis.
Teleologische interpretatie in de rechtswetenschappen: letten op het doel van een wet.
De derde alinea van de bovengenoemde passage begint met “Indachtig de verdere professionalisering van de Buitenlandse Dienst….”. Hier ziet u eveneens één van de doelen van deze wet, namelijk professionalisering van de Buitenlandse Dienst. Die professionalisering kan alleen plaatsvinden indien de diplomaat voldoet aan de minimale eisen van opleiding.
Uit deze passage blijkt dat het systeem van deze wet aangeeft dat Surinaamse onderdanen die een loopbaan ambiëren, deze opleiding kunnen volgen. Hierdoor ontstaat een transparant en voorspelbaar systeem van wie wel of geen diplomaat kan worden. Vanwege het feit dat deze wet zegt wat de minimale eisen zijn, ontstaat er daardoor een voorspelbaarheid en transparantie; er is dan geen ruimte meer voor willekeur.
Benoem je iemand tot ambassadeur die deze opleiding niet gevolgd heeft, dan wordt er inbreuk gepleegd op deze vereiste transparantie en voorspelbaarheid van het systeem; er ontstaat dan juist wel willekeur. Kortom: deze wet heeft mede tot doel om een voorspelbaar en transparant carrièresysteem te hebben voor diplomaten. Met de aanstaande benoeming van de heer Khargi, wordt er inbreuk gepleegd op dit doel van deze wet.
Anders gezegd, degenen die deze opleiding niet gevolgd hebben, kunnen geen diplomaat worden.
Tevens vloeit hieruit voort dat Surinaamse onderdanen (Surinamers) die een loopbaan ambiëren, deze opleiding kunnen volgen. Op het moment van de ambitie moet je al Surinamer (Surinaamse onderdaan) zijn. Het is niet bedoeld voor het geval je die ambitie al had en pas daarna Surinamer wordt. De ambitie moet begonnen zijn, pas nadat je Surinamer bent geworden. Dit lijkt bedoeld te zijn om jobhoppers buiten de deur te houden.
Kortom, je moet eerst Surinamer worden, de opleiding volgen en wachten op je beurt, zoals alle andere Surinaamse onderdanen (Surinamers) die deze opleiding gevolgd hebben.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier