Door grove nalatigheid van minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), is de staat Suriname thans opgezadeld met bijkans SRD 150 miljoen aan schadevergoedingen en dwangsommen. Uit een brief van Vorswijk d.d. 20 juli 2022, blijkt dat de staat op die datum een bedrag van SRD 133 miljoen verschuldigd was aan schadevergoedingen en dwangsommen.
Zie tweede pagina van de betreffende brief hier. (Noot: door digitale conversie zijn er helaas enkele letters anders weergegeven, waardoor die woorden op spelfouten lijken. Veel namen zijn door mij gewist ter wille van de privacy. Er zijn ook enkele zaken gewist ter wille van bronbescherming. De authenticiteit van het document is door mij geverifieerd).
Heden, 20 november 2022, precies vier maanden na 20 juli 2022, zullen de dwangsommen dermate opgelopen zijn dat het totaalbedrag van SRD 133 miljoen opgelopen zal zijn tot meer dan SRD 150 miljoen.
Zie tevens pagina 1 van de betreffende brief. Daaruit blijkt dat reeds SRD 9.662.924,38 aan schadevergoedingen betaald is. Dit bedrag dient u los te zien van de 150 miljoen aan schadevergoeding en dwangsommen die nog betaald moeten worden. Nu weet ik dat er in ieder geval SRD 9.662.924,38 aan schadevergoedingen betaald is. Ik sluit niet uit dat in de loop der tijd veel meer schadevergoedingen of dwangsommen uitbetaald zijn, waarvan de samenleving nimmer op de hoogte is geweest.
Toelichting:
Een dwangsom is een maatregel die de rechter oplegt om je te dwingen tot een bepaalde actie. Indien je niet doet wat de rechter jou opgedragen heeft, moet je bijvoorbeeld SRD 5000 per dag betalen. Elke dag dat je nalaat om te doen wat de rechter jou opgedragen heeft, moet je in dit voorbeeld SRD 5000 betalen. Voor honderd dagen nalatigheid loopt de dwangsom op tot een half miljoen SRD. Ook de rente loopt op.
Diverse personen hebben het ministerie van GBB gevraagd om een besluit te nemen inzake hun aanvragen of verzoeken van diverse aard gericht aan GBB. Vorswijk heeft die verzoeken niet behandeld, waardoor de desbetreffende personen naar de rechter zijn gestapt om alsnog een besluit af te dwingen. De rechter heeft daarbij de staat Suriname veroordeeld om variërend binnen één tot twee maanden een besluit te nemen op straffe van een bepaald bedrag aan dwangsom per dag.
Vorswijk heeft nagelaten de opgedragen besluiten te nemen, waardoor de dwangsommen elke dag opstapelden tot zelfs SRD 98 miljoen (momentopname d.d. 20 juli 2022). Intussen zullen de dwangsommen een bedrag van SRD 150 miljoen ruimschoots overschreden hebben, want bij één van de vonnissen is er een dwangsom van SRD 100.000 per dag bepaald, zonder maximum.
Thans lopen er ongeveer vierhonderd rechtszaken tegen GBB, wegens het uitblijven van een besluit zijdens GBB. Indien na 20 juli 2022 meerdere rechterlijke uitspraken geweest zullen zijn, sluit ik niet uit dat binnen de kortste tijd alle dwangsommen bij elkaar genomen, een miljard SRD zullen overschrijden. Elke dag die verstrijkt, worden de dwangsommen steeds meer en meer. De staat moet opdraaien voor die bedragen, maar het is uiteindelijk de samenleving die daarvoor moet opdraaien.
Het had voorkomen kunnen worden
Vorswijk nam de aanvragen of verzoeken van “family & friends” eerder in behandeling, terwijl er andere dossiers lagen die met de grootste spoed en voorrang behandeld hadden moeten worden. Immers, de rechter had daarvoor één tot twee maanden de tijd gegeven.
Het Hoofd van de Afdeling Grondinspectie, Bryan Sonny Banda, maakt zich eveneens schuldig aan deze praktijken. Die neemt aanvragen van hem zelf of van “family & friends” eerder in behandeling. Dit, terwijl er dwangsommen boven het hoofd van de staat hangen.
Door grove en opzettelijke nalatigheid van Vorswijk en Banda, dient de samenleving thans op te draaien voor vele miljoenen aan dwangsommen. Vorswijk en Banda zijn figuren die de rechtstatelijke beschaving missen. Zij lappen vonnissen aan hun laars. Zij nemen de rechtsgevolgen van die vonnissen met een korreltje zout. Ik vraag mij af, of Vorswijk en Banda geen deal hebben gesloten met sommige van de betrokken personen om de dwangsom te laten oplopen, zodat zij later het bedrag onderling verdelen.
Indien zij de aanvragen of verzoeken tijdig afgehandeld zouden hebben, zoals een goed bestuur betaamt, zou heden ten dage de samenleving bespaard zijn gebleven van SRD 150 miljoen. U dient zich voor te stellen dat er voor zoveel noodzakelijke dingen (denk aan medicamenten) geen geld is. Met die SRD 150 miljoen hadden die ‘brandjes’ geblust kunnen worden.
De politieke partij ABOP die Vorswijk voorgedragen heeft, stoort zich aan God noch gebod. Gelet op de vele schandalen waarvoor Vorswijk verantwoordelijk gesteld kan worden, heeft de ABOP steeds de andere kant opgekeken. Hieruit trek ik de conclusie dat Vorswijk door ABOP gehandhaafd wordt om het ‘grondgeboefte’ te faciliteren.
De president is op de hoogte van al deze zaken, maar hij weigert op te treden ter behoud van zijn presidentschap. Hoe moeilijk is het nou om een brief naar Vorswijk te schrijven met de volgende passage:
Geachte minister,
Gelezen en gehoord hebbende over de perikelen met betrekking tot uw ministerie, geef ik u zeven dagen de tijd om zich schriftelijk te verweren bij mij. Hieronder zijn de zaken genoemd die het verweer uwerzijds noodzakelijk maken.
Sunil Sookhlall
sunil.sookhlall@hotmail.com
Facebook