De euro is nog maar ruim één dollar waard. Woensdag zakte de koers naar 1,0431 dollar, het laagste niveau in veertien jaar.
De euro begon in 1999 op 1,17 dollar, zakte daarna weg tot 0.82 dollarcent in 2000, klom boven 1,60 dollar in de kredietcrisiszomer van 2008 en zakte daarna door de daarop volgende eurocrisis weg naar onder de 1,30 in de zomer van 2012. Toen de crisis wat wegebde, herstelde de munt zich weer. Maar nu de Amerikaanse rente weer de stijgende lijn te pakken heeft, zakt de euro weer.
Eigenlijk heeft de daling van de eurokoers meer te maken met de sterkte van de dollar dan met de zwakte van de euro. De koers van de dollar is fors opgelopen tegen alle valuta sinds Donald Trump tot president is gekozen. Trump heeft aangekondigd de belastingen te verlagen en de uitgaven te verhogen.
Of Trump ook zal doen wat hij heeft beloofd is onduidelijk, maar de markt heeft er al een voorschot op genomen. En woensdag besloot de Fed, de Amerikaanse centrale banken, hierop te anticiperen. Niet alleen werd de officiële rente met een kwart procentpunt verhoogd naar 0,50 tot 0,75 procent, zoals de Fed op voorhand al had gecommuniceerd. Ook werden voor 2017 drie nieuwe renteverhogingen in het vooruitzicht gesteld, waardoor de rente eind 2017 weer dichtbij de 2 procent zou kunnen liggen. Ter vergelijking: de officiële rente in de eurozone en Japan is 0,00 procent en er is geen enkel zicht dat die ook zal gaan stijgen. Hierdoor verhuist veel beleggingskapitaal naar de VS.
VK.nl
Bewerkt door: Redactie