De halfjaarlijkse cijfers over 2017 van de Hakrinbank N.V. zijn dinsdag gepresenteerd. Uit de cijfers blijft dat de Hakrinbank in het eerste halfjaar van 2017 goede zaken heeft gedaan. De algemeen directeur van de Hakrinbank, Jim Bousaid, is gezien de macro-economische omgeving tevreden met de tot nu toe in 2017 geboekte bedrijfsresultaten, die gemiddeld genomen boven de begrote doelstellingen van het jaarplan zijn uitgekomen.
Het geconsolideerd balanstotaal steeg in het eerste halfjaar 2017 met 4,2% tot SRD 3,51 miljard. De geconsolideerde kredietverlening steeg met slechts 2% tot SRD 1.484,2 miljoen, mogelijkerwijs als gevolg van het gedaalde consumenten- en producentenvertrouwen en de voortdurende recessie, die vooral het Midden en Klein Bedrijf (MKB) treft.
De geconsolideerde winst vóór belastingen bedroeg SRD 29,2 miljoen, een stijging van 17,2% ten opzichte van de overeenkomstige periode van 2016. De toename werd veroorzaakt door de gestegen interestmarge en verdiende provisies, alsook een beheerste kostenontwikkeling.
Dochteronderneming, de Nationale Trust- en Financierings Maatschappij N.V., presteerde gemiddeld genomen boven verwachting. Het balanstotaal bleef vrijwel gelijk op circa SRD 264 miljoen, terwijl de winst vóór belasting steeg met ruim 41% tot SRD 4,6 miljoen.
De Raad van Commissarissen heeft op voorstel van de directie besloten interim-dividend van SRD 6,00 per aandeel van nominaal SRD 0,15 uit te keren. Dit interim-dividend is 66,7% meer dan dat van vorig jaar en betaalbaarstelling vindt vanaf maandag 11 september a.s. plaats.
De koers van het aandeel Hakrinbank N.V. op de Surinaamse Effectenbeurs bleef in het eerste halfjaar 2017 onveranderd op SRD 408,00. Bij de beoordeling van de prijsontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de uitkering van stockdividend per medio 2017 als slotdividend over het boekjaar 2016.
Aan het begin van het jaar is er intensief overleg geweest tussen de directie en de minister van Financiën als vertegenwoordiger van de grootaandeelhouder, de Staat Suriname, over de afbouw van zijn aandelenbelang in de Hakrinbank N.V.
Dit overleg resulteerde in een brief van 26 januari 2017. Daarin gaf de minister aan dat de Staat Suriname positief staat tegenover afbouw van zijn participatie in het geplaatst aandelenkapitaal van 51% tot het in de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2011 vastgestelde maximum van 20% per natuurlijke- of rechtspersoon.