Werkzoekenden met tatoeages en piercings moeten hopen dat ze een meer ervaren manager tegenover zich vinden tijdens het sollicitatiegesprek. De kans dat een onervaren leidinggevende ze afwijst of een lager salaris biedt vanwege de lichaamsversiering is groot, blijkt uit twee recente onderzoeken.
Een hoogleraar van Colorado State University, in de Verenigde Staten, liet proefpersonen een oordeel vellen over ‘sollicitanten’ met of zonder piercing of tatoeage, op basis van hun LinkedIn-profiel en een foto. Waar ervaren managers hun kandidaten minder vaak discrimineerden vanwege een tatoeage of piercing, ging het bij minder ervaren beoordelaars nog wel vaak fout.
In beide richtingen, overigens: managers die zelf geen lichaamsversiering hadden, zagen zelf ook het liefst gave huidjes, en gaven een lager startsalaris aan volgetekende en doorboorde sollicitanten. Managers daarentegen met veel piercings en tatoeages, wezen in de regel sollicitanten af zónder dergelijke lichaamsversiering.
Een tweede onderzoek, resultaat van een samenwerking tussen de universiteit van Miami en de Business School van de universiteit van Westelijk Australië, geeft ’versierde’ werkzoekenden meer kans. De wetenschappers vroegen aan tweeduizend mensen of ze een tatoeage of piercing hadden en wat hun inkomen was.
Het resultaat van dat onderzoek is dat er geen salarisverschil bestaat tussen werkenden met en zonder lichaamsversiering. Ook tatoeages die zichtbaar zijn op het werk, maken geen verschil. Sterker nog: de deelnemers die naar eigen zeggen een ‘aanstootgevende’ tatoeage dragen, ondervinden daar geen financieel nadeel van.
Of de houding van managers ten opzichte van tattoos verandert, is moeilijk te zeggen. In vorige onderzoeken werden resultaten vaak verzameld in enquêtes. Deze twee onderzoeken horen tot de eerste, waarin echt bekeken is wat managers doen in plaats van zeggen.
De Telegraaf