Het gebruik van anticonceptie is in veel delen van de wereld toegenomen. Over het algemeen steeg het gebruik van moderne anticonceptie lichtjes van 54 procent in 1990 tot 57,4 procent in 2015. Op regionaal niveau steeg in de periode 2008 en 2015 ook het aantal vrouwen tussen 15 en 49 jaar, dat gebruik maakt van een moderne anticonceptiemethode.
In Afrika ging het om een stijging van 23,6 procent naar 28,5 procent, in Azië van 60,9 procent naar 61,8 procent en in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied bleef het stabiel op 66,7 procent.
Toch zijn er wereldwijd nog 214 miljoen vrouwen in ontwikkelingslanden, die in de vruchtbare leeftijd zijn en een zwangerschap willen voorkomen, maar geen moderne anticonceptiemethode gebruiken. Daartoe zijn er verschillende redenen, zoals een beperkte keuze van anticonceptiemethoden, een beperkte toegang tot anticonceptie, met name bij jongeren, armere delen van de bevolking of ongehuwde mensen, maar ook angst vanwege eventuele bijwerkingen. In Afrika heeft 24,2 procent vrouwen in de vruchtbare leeftijd een onvervulde behoefte aan moderne anticonceptie. In Azië en Latijns-Amerika/Caribisch gebied gaat het om respectievelijk 10,2 procent en 10,7 procent. De onvervulde behoefte aan anticonceptie blijft dus hoog.
Het toegankelijk maken en beschikbaar stellen van anticonceptiemiddelen brengt een scala aan voordelen met zich mee. Zo draagt het bij aan vermindering van adolescente zwangerschappen. Zwangere tienermeisjes hebben meer kans op premature baby’s of baby’s met een laag geboortegewicht. Voorts blijkt de neonatale sterfte bij baby’s met een tienermoeder veel hoger te zijn. Veel tienermeisjes die zwanger worden moeten de school verlaten, wat langetermijngevolgen heeft voor hen als individuen, voor hun families en hun gemeenschappen. Anticonceptie draagt bij aan een goede gezinsplanning en daarmee ook aan vermindering van kindersterfte. Gezinsplanning kan namelijk voorkomen dat er sprake is van langdurige en zwakke zwangerschappen en geboorten, die bijdragen aan sommige van de hoogste kindersterftecijfers ter wereld. Zuigelingen van moeders die sterven als gevolg van een bevalling hebben ook een groter risico op overlijden en een slechte gezondheid.
Gezinsplanning vertegenwoordigt ook de mogelijkheid voor vrouwen om extra onderwijs te volgen en deel te nemen aan het openbare leven, inclusief betaald werk. Bovendien kunnen ouders met kleinere gezinnen meer in elk kind investeren. Kinderen met minder broers en zussen hebben de neiging om langer op school te blijven dan degenen, die veel broers en zussen hebben. In Suriname wordt het gebruik van anticonceptie sterk geassocieerd met het onderwijsniveau van vrouwen.
Uit de Multiple Indicator Cluster Survey (MICS), waarvan de resultaten in 2014 zijn opgenomen in het MDG Progress Report, blijkt dat van de Surinaamse vrouwen die geen onderwijs hebben genoten, slechts 19 procent een voorbehoedsmiddel gebruikt. Van de vrouwen met een basisschoolopleiding gebruikt 42 procent anticonceptie, terwijl maar liefst 52 procent van de vrouwen met minstens voortgezet onderwijs anticonceptie gebruikt. Het onderzoek laat verder zien dat de meeste anticonceptievormen door vrouwen worden gebruikt en de pil de populairste manier is om een zwangerschap te voorkomen.