In zijn aanval op Cliff Limburg die lafheid wordt verweten, haalt Idris Naipal ondergetekende wederom op niet fraaie wijze erbij. Idris Naipal geeft zoals te doen gebruikelijk, op leugenachtige wijze mijn bijdrage aan het radioprogramma d.d. 11 december j.l. (Bakana Tori) weer. Zo zou volgens Naipal, Roy de Miranda zijn opgevoerd als kenner van wet en recht. Dat is in de eerste plaats bezijden de waarheid. Ik ben in het bovengenoemde programma als gevolmachtigde van de heer D.D. Bouterse aan het woord gelaten en anderzijds als secretaris-generaal van Clean Files Tribunal.
Naipal noemt mij in zijn van blinde haat doortrokken geschrift, een onruststoker uit āCuetaā. Wat dat mag betekenen weten slechts Idris en zijn soortgenoten. Immers, naar thans blijkt, bedient deze propagandist van de VHP zich sinds kort ook van de smaad- en lastergeschriften van mensen die zich binnen afzienbare tijd onder andere voor de Surinaamse rechter zullen moeten verantwoorden. In zoveel woorden ontzegt Idris Naipal mij enige kennis over het Stellendamvonnis, zoals in Nederland tegen de heer Bouterse tot stand kwam.
Hij beschuldigt mij dom van het op de stoel willen zitten van de Nederlandse rechter en dat ik zonder legitieme gronden verklaar dat het Stellendamvonnis tegen de huidige president van de Republiek Suriname een politiek karakter heeft. Ik zal mij niet verliezen in een zinloze polemiek met iemand die niet weet waar die het over heeft en beperk mij slechts tot het citeren uit het Weekblad HP/De Tijd van 5 december 1997 waarbij hooggeplaatste vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie van Nederland aan het woord zijn.
Quote uit HP/De Tijd:
Een pikante vraag aan procureur-generaal Ficq van het Arrondissement Amsterdam en huidig hoofd van de Procureurs Generaal ad interim:
āZijn onafhankelijke officieren van Justitie nu een verlengstuk van de politiek geworden?ā
Deze vraag wordt gesteld naar aanleiding van de aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Justitie in het Wetsvoorstel over de reorganisatie van het Openbaar Ministerie, een wetsvoorstel dat naar verwachting probleemloos door de Tweede Kamer zal worden aangenomen. De bevoegdheid houdt onder meer in, dat de minister aanwijzingen mag geven in individuele strafzaken en zelfs mag bepalen of er vervolgd wordt of niet.
Procureur-generaal Ficq van het Arrondissement Amsterdam en huidig hoofd van de procureurs-generaal ad interim, zegt daarover:
āDat is de eeuwige discussie: is het OM onderdeel van de uitvoerende macht of van de rechterlijke macht? Maar het is een schijntegenstelling. We zijn beide: het Ć©Ć©n is complementair aan het ander. We zijn gĆ©Ć©n onafhankelijke rechters, maar opereren op het snijvlak tussen bestuur en magistratuurā.
Deze exercitie was noodzakelijk om tenminste te indiceren, dat het proces tegen de heer Bouterse politiek geĆÆnspireerd schijnt te zijn en dat de distantie tussen de minister van Justitie en de Magistratuur buitengewoon betrekkelijk is.
De hoofofficier van Justitie, Holthuis, verduidelijkt, dat het besluit om de heer Bouterse te vervolgen in volstrekte overeenstemming met de minister van Justitie is genomen en stelt daarbij expliciet:
āWat daarna is gebeurd, is een uitvoeringsprobleem, waarbij belangen meespeelden van buiten het strafrecht.ā
Uit het voorgaande blijkt expressis verbis de haast malafide wijze waarop de Nederlandse justitie misbruik makend van haar politieapparaat op haast onnavolgbare wijze politiek heeft bedreven.
Unquote: Uit het bovenstaande relaas mag overduidelijk blijken dat de heer Idris Naipal mij wederom ten onrechte als onbetrouwbare nieuwsverstrekker neerzet. Dat de politieke propaganda i.c. de verkiezingen van 25 mei 2015 grimmige vormen begint aan te nemen is evident.
Echter dienen de politici zich ervan te vergewissen dat met modder smijten een heel slecht signaal is naar de totale bevolking van Suriname, maar in het bijzonder, de jeugd daaronder. In dit licht roep ik Idris Naipal daarom dan ook op, om zijn grievende woorden in mijn richting per ommegaand te willen terugnemen.
Roy Raymond de Miranda