Op 1 oktober 1985 werd door de toenmalige regering de Staatscommissie Rijst ingesteld om richting te geven aan de ordening van de bedrijfskolom rijst. In de Staatscommissie Rijst hadden onder andere zitting: Arthur Zalmijn (consultant-voorzitter), Winston Ramautarsingh (consultant Pro-plan), Keremchand Raghoebarsingh (consultant tevens ex-VHP-minister Landbouw, Veeteelt en Visserij), A. Graanoogst, B. Sital en R.J. Elmont.
In 1988 had deze commissie een driedelig rijstrapport uitgebracht. Op bladzijde 87 van dit rapport (deel 1): “Verwacht wordt dat Guyana door de geplande en gerealiseerde investeringen en reorganisatie in de rijstsector in staat is zijn exportsurplus te vergroten en de kwaliteit van het exportproduct te verbeteren. Nu worden er partijen rijst geleverd naar Europa die van betere kwaliteit zijn dan de cargorijst afkomstig van de kleine pelmolens in ons land…..”
“Hierna kregen wij een zogenaamde “productschap” geheten N.V Surexco. Dit productschap werd van overheidswege ingesteld om de rijstsector te ordenen, reguleren en de export te begeleiden. Dit is reeds ter ziele. Er is nooit een studie of rapport verschenen waarom Surexco ‘morsdood’ is gegaan. Hierna kregen wij de Nationale Rijstraad en weer de “Padie-opkoop Commissie”. Allemaal instellingen die ‘morsdood’ en begraven zijn op het ministerie van LVV.”
“Het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV) beschikt reeds decennia over super rijstdeskundigen (ambtenaren, adviseurs en consultants). Enkelen hebben ook privé consultant-bureaus en worden voor elk consultancy rapport in Amerikaanse dollars en euro’s uitbetaald waaronder Arthur Zalmijn, Winston Ramautarsingh, Keremchand Raghoebarsingh, R.J Elmont, de huidige minister Soeresh Algoe, Soedeschand Jairam en Lekhram Soerdjan.” Allen rijstdeskundigen en kenners van de rijstsector in Suriname. Heel veel consultancy rapporten over de landbouw- en rijstsector liggen in de kasten van het ministerie van PLOS en het ministerie van LVV. Kennis in overvloed en door Suriname rijkelijk in Amerikaanse dollars en euro’s aan consultants betaald. Keremchand Raghoebarsingh en Winston Ramautarsingh (Pro-plan consultancy) dragen hiervan goede kennis. Hoeveel van deze rapporten zijn daadwerkelijk uitgevoerd?
In de periode 2000-2010 (tien jaar lang) heeft de politieke partij VHP, onafgebroken het ministerie van LVV met als ministers Geeta Gangaram Panday (jurist) en Keremchand Ragoebarsingh (econoom, rijstdeskundige en consultant) mogen beheren, geholpen beleid te maken en dat uit te voeren. De rijstdeskundigen Arthur Zalmijn en Winston Ramautarsingh waren als adviseurs en consultants aan deze twee VHP-ministers verbonden.
Raghoebarsingh heeft de rijstsector toen geliberaliseerd en de padiproducenten overgeleverd aan de grillen en grollen van de wereldmarktprijs van vraag en aanbod en de willekeur van opkopers van padi. Deze opkopers van padi, verwerkers en exporteurs van cargorijst en rijst zijn de feodale eigenaren, feodale heren en meesters van de rijstsector. Zij bepalen naar willekeur de opkoopprijs van padi, sluiten wurgcontracten met de padiproducenten; geen schriftelijke koopovereenkomsten aanwezig (mondeling en bonnensysteem). Er zijn padiproducenten die langer dan een jaar op betaling wachten en ten gevolge hiervan wanbetalers worden/zijn van de bankinstellingen.
Bouterse en NDP-verkiezingsbeloften in 2015: .. “het rijstareaal zal binnen 5 jaar (2010-2015) uitgebreid worden van 50.000 naar 200.000 ha. Suriname zal de voedselschuur van het Caribisch gebied worden….”,aldus Bouterse.
Minister Algoe (geboren en getogen in het rijstdistrict Nickerie) heeft recentelijk een nationale rijstconferentie door Zalmijn en Ramautarsingh doen organiseren in Paramaribo en Nickerie. Enkele hoofdzaken 18 april 2016:
Minister Algoe: “De rijstsector in Suriname kent na de zeventiger jaren een constante val en de cijfers zien er niet goed uit. Wij hebben voldoende lessen geleerd. Het is nu tijd dat wij nu daden gaan stellen….”
Zalmijn en Ramautarsingh 18 april 2016:
“Samenwerking in de sector is belangrijk. Guyana heeft dat reeds bewezen met een succesvolle “Guyana Rice Developmanet Board” (reeds in de jaren 80 ingesteld). Een productschap voor rijst moet zo spoedig mogelijk worden opgericht en de vereiste wetgeving moet gemaakt worden en aan DNA voor goedkeuring worden aangeboden. De kosten van de oprichting en instelling bedragen 328 duizend Amerikaanse dollars. Die zullen betaald moeten worden middels een heffing van drie Amerikaanse dollar op elke ton geëxporteerde rijst. Bij een export van negentigduizend ton rijst zullen de kosten gedekt zijn. De Nationale Ontwikkelingsbank Suriname stelt voor de oprichting hiervan met tachtig procent te financieren met een geldlening.
De implementatiecommisie bestaat onder andere uit de heren Zalmijn en Ramautarsingh.
De rijstboeren worden met de dag armer vanwege onder andere de zeer hoge kosten voor het produceren van padi, de zeer lage opkoopprijs van padi en de wanbetaling van opkopers van padi (wachttijd langer dan een jaar). Tengevolge hiervan zijn de boeren in zeer grote problemen geraakt en verkeren zij thans in een acute financiële noodsituatie. Minister Algoe moet onmiddellijk met een noodinfuus starten om de padiproducenten direct hulp te bieden. Een productschap voor rijst is op dit moment geen hoogste prioriteit en de kostprijs van rijst zal extra verhogen. Minister Algoe, Zalmijn en Ramautarsingh moeten onmiddellijk een noodbeleid (crash programma) uitvoeren om de neerwaartse trend te stoppen:
– wetgeving ter vaststelling van model-koopovereenkomsten en verzekerde betalingen aan de padiproducenten door de padiopkopers met gegarandeerde wettelijke sancties bij wanprestatie en wanbetaling door de padiopkopers;
– een redelijke opkoopprijs van padi, waardoor de producenten hun kosten kunnen dekken en hun schulden (geldleningen) bij de bankinstellingen kunnen betalen;
– speciale landbouwkredieten verstrekken via de VCB Bank en de Landbouwbank aan de producenten met lage kosten en lage rente. Herschikking van de lopende schulden bij de bankinstellingen. Versterking van de investeringspositie van de producent;
– voldoende zaaizaad beschikbaar stellen en de kwaliteit van zaad via Adron onmiddellijk opvoeren en op peil brengen. Zaaizaad wordt nu door buurland Guyana aangeleverd, omdat de kwaliteit aldaar beter is;
– goede watervoorziening en infrastructuur het hele jaar door, alle seizoenen;
– voldoende levering van inputs tegen kostprijs en vrij van invoerrechten (kunstmest, insecticide). Controle op de beschikbaarheid, kwaliteit en de prijzen;
– onmiddellijk opheffen of afschaffen van alle belastingen, heffingen op brandstof (diesel en benzine);
– de kafverbranding wettelijk vaststellen met geldboete, sancties onder andere intrekking van exploitatievergunning. Een duurzame wettelijke regeling treffen, voorziening ter bescherming van de gezondheid van de burger, het milieu;
– betaling van subsidiegelden aan de boeren ter compensatie van reeds geleden verliezen en verliezen in de komende seizoenen bij het vaststellen van de wet;
– onze buitenlandse vestigingen (ambassades en consulaten) mobiliseren en activeren om zowel bilateraal als multilateraal een agressieve handels– en ontwikkelingsdiplomatie uit te voeren. Nieuwe afzetmarkten aan te boren en investeerders aan te trekken. Mauritius, een klein eiland, kan als voorbeeld en model dienen.
“Regeringen en ministers van LVV mogen nooit een beleid voeren dat geleid wordt door een corruptieve gedachtegang (moneymakers) en het verspillen of verkwisten van de beperkte financiële middelen die de overheid ter beschikking heeft. Er moet gewaakt en bewaakt worden dat regeringen haar gelden zullen uitgeven aan projecten die niet ten voordele komen voor de producenten en ons volk. Corruptie zal nimmer getolereerd worden. Het mag nooit zo zijn dat een kleine groep mensen zich verrijkt ten koste van onze producenten, ons volk. De productie van rijst als een van de basisvoedselproducten van het volk mag nooit in gedrang komen. Bescherming van de rijstproductie en rijstproducent moet hoogste prioriteit zijn in de wetgeving.
Leendert Doerga