Kortgedingrechter Rewtie Chatterpal heeft op 29 april 2016 vonnis uitgesproken dat de heren Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan geen volksvertegenwoordiger meer zijn dus moet het Centraal Hoofdstembureau (CHS) voorzien in de opengevallen vacatures in het parlement.
“De twee assembleeleden Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan zijn in de hoedanigheid van combinatie V7 de verkiezingen ingegaan, maar worden teruggeroepen door PL (Pertjajah Luhur) …….Thans bestaat de combinatie V7 niet meer.”
Met andere woorden de V7-combinatie moet de twee parlementariërs terugroepen.
De zeven politieke partijen verenigd in de V7-combinatie waren een samenwerkingsverband aangegaan. De oprichting van V7-combinatie betekende niet dat die zeven partijen ophielden om te bestaan;de partijen waren opgeheven. Dus met de ontbinding van de V7-combinatie vallen de via deze combinatie gekozen parlementariërs terug op hun individuele partijen. Heel logisch dat Sapoen en Chitan door hun politieke partij de PL worden teruggeroepen.
Indien met de oprichting van de V7-combinatie de zeven politieke partijen zouden ophouden om te bestaan dan zouden bij de ontbinding van de V7-combinatie de via deze combinatie gekozen parlementariërs – Sapoen en Chitan – in een vacuüm belanden, tussen hemel en aarde zweven, wat onmogelijk en absurd is.
Conclusie
Zeggen (of eisen) dat V7-combinatie de twee parlementariërs in kwestie moet terugroepen, is een kronkelredenering.
“De PL is de verkiezingen ingegaan in combinatie V7 juist met de manoeuvre meer stemmen te halen.”
Zich bezighouden met de speculatie wat de vermoedelijke redenen voor de PL zijn geweest om in combinatieverband de verkiezing in te gaan, is voor politieke analisten en niet voor de rechters.
Noot: ook kortgedingrechter Marie Mettendaf heeft op 6 mei 2016 vonnis uitgesproken dat Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan geen volksvertegenwoordigers meer zijn, dus moet het CHS voorzien in de opengevallen vacatures.
Ahmad Jhawnie