“In maart 2013 had ik de volgende casus voorgelegd aan de ulama (schriftgeleerden) van de Madjlies Moesliemein Suriname (MMS):
Een moslim man en vrouw sluiten een nikaah (moslimhuwelijk) en laten die niet inschrijven bij het CBB (de Burgerlijke Stand), omdat ze vinden, denken, voelen en zeggen dat ze getrouwd zijn. Eén van de partners komt te overlijden. Tot welke bevoegde en erkende persoon, instantie of organisatie moet de langstlevende partner zich wenden om zijn / haar legitieme portie, aandeel in de erfenis volgens de Koran 4:12 te verkrijgen, op te eisen?”
“Heel erg jammer dat tot op heden een reactie van de MMS op genoemde casus is uitgebleven. Maar er is licht in de tunnel.”
“Hierbij vraag ik beleefd, maar dringend aan voormelde islamitische geleerden en wetenschappers om hun licht te doen schijnen op de hierboven genoemde casus. De Surinaamse moslimgemeenschap kijkt met grote belangstelling uit naar het (voorlopige of definitieve) oordeel van deze erudieten.”
Noot: “Pe a boedel de?” betekent: “Waar is de boedel, erfenis, nalatenschap?”
Ahmad Jhawnie