“Naar aanleiding van het artikel en advies van de voorzitter van Pertjajah Luhur, Paul Somohardjo en van het betoog van het assembleelid Mathoera (VHP) inzake de samenvoeging en het terugbrengen van het aantal ministeries van zestien naar negen, wens ik enkele kanttekeningen te plaatsen.”
Opgemerkt mag en kan worden dat Somohardjo vergeet dat hij ooit minister is geweest van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, dit tijdens het Front en ook toen hij deel uitmaakte van de regering Bouterse 1; Alice Amafo was toen minister van het desbetreffende ministerie; partijgenoot in combinatieverband, namelijk de partij Algemene, Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP).
Een gebouw dat een historische waarde heeft en haast vervallen is, had toen zijn aandacht niet, maar wel voor partijbelangen! Dit geldt ook voor onze bravo DNA-lid Ronny Brunswijk, die ook de scepter zwaaide op het ministerie.
Heel opmerkelijk is echter, dat Somohardjo zich zorgen maakt over de thans heersende economische recessie en over de ontwikkelingen in het land; dat is wel terecht!
Echter, de PL heeft zich ook schuldig gemaakt aan de achteruitgang van de Surinaamse economie. De PL werd financieel ondersteund door vele Chinese ondernemers, omdat zijn partij in de persoon van Raymond Sapoen, die toen minister was van Handel en Industrie, veel vergunningen had verstrekt aan deze gemeenschap.
Ook de vergunningen voor export van rondhout werden bewerkstelligd, waardoor haast veertig tot vijftig procent van het Surinaamse rondhout naar China werd geëxporteerd. De vraag die nu rijst, is of er sprake is van herbebossing.
De huidige minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Joan Dogojo, betreurt terecht dat men niet schroomt door op te roepen dat dit ministerie opgedoekt moet worden.
Het assembleelid Mathoera (VHP ) pleit ook voor het opdoeken van enkele ministeries die hun doel missen waaronder Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Sport- en Jeugdzaken en Arbeid. Dezerzijds wordt gesteld, dat bepaalde ministeries wel bestaansrecht hebben en dat hoeft geen nader betoog.
Indien enkele ministeries samengevoegd kunnen worden, dan heeft Somohardjo inderdaad gelijk dat er sprake kan zijn van besparing. In dit geval kan gewerkt worden met onderministers en directoraten.
“In tegenstelling tot deze visie en conclusie van de voorzitter van de PL, wil ik hem erop attenderen dat hij geen woord hierover-opdoeking en samenvoeging van diverse ministeries-heeft gerept toen hij, één der Frontleiders, minister van Sozavo en parlementsvoorzitter was!”
Een wedervraag aan de voorzitter van de PL: hoeveel ministersposten zal hij in deze constructie opeisen?
Roy Harpal