Sinds 10 januari is het Surinaamse onderwijs lamgelegd. Sindsdien hebben merkwaardige gebeurtenissen zich voorgedaan, waaronder de uitspraak: “Sodemieter ze op!” van DNA-lid Rashied Doekhie (NDP), het dichtmaken van de deur van de Congreshal voor stakende leerkrachten en het pressiemiddel: de leraren voor het gerecht slepen.
Na comparitie van partijen, gehouden door de rechter, is het onderwijsproces op 30 januari hervat, onder de voorwaarde dat partijen binnen twee weken tot een oplossing komen. Uiterlijk 13 februari zouden partijen tot een overeenstemming moeten komen. Dit is niet gelukt en partijen moesten gisteren wederom voor de rechter verschijnen voor een mogelijke oplossing of zelfs een vonnis.
Het zal u opgevallen zijn hoe “respectvol” er met leraren wordt omgegaan, hoe er over leraren wordt gedacht en hoe serieus het onderwijs wordt genomen. Door naar de rechter te stappen, wordt gedacht de leraren, die zorgen voor scholing en goed gevormde burgers, klein te krijgen.
Gezegd wordt dat de jeugd de dupe van de acties wordt. Denkt men dat leraren graag willen staken? Het zijn juist de leraren en studenten die de achterstanden samen moeten inlopen, doordat de overheid voorbij is gegaan aan een bindende overeenkomst die sinds vorig jaar is gesloten.
De samenleving moet het niet accepteren dat gesloten overeenkomsten niet nagekomen worden en als de normaalste zaak gezien wordt! Het moet tot de bezorgde personen over onderwijsachterstanden juist doordringen dat dezelfde overheid, die pretendeert zich zorgen te maken over de toekomst, zich niet druk maakt om een correcte ontwikkeling en opvoeding.
Wanneer leraren de herwaardering die sinds april 2016 is beloofd, opeisen en opstaan om de overheid erop te wijzen, zal het geen probleem moeten gaan worden. Het zou juist gepast zijn dat de overheid en samenleving zich realiseren dat je niet eindeloos door kan gaan met loze beloftes zonder dat er consequenties aan verbonden zijn.
Het is belangrijk dat men inziet dat de tijd voorbij is, waarbij de overheid het beleid uitstippelt dat de leraren moeten accepteren. Ondoordachte handelingen plegen zonder advies te raadplegen en de onwil om inspraak te geven aan anderen is geen stijl.
Verbazingwekkend is de aankondiging van het ‘no work, no pay-principe’ door de regering als pressiemiddel om leraren op school te houden, dat volgde na de spoedvergadering die Bvl/ALS opriep om de leden te informeren over de stand van zaken m.b.t. het overleg met de regering en de verder te ondernemen stappen.
Als de regering graag het ‘no work, no pay-principe’ wil toepassen, is dat graag toe te juichen. Echter, dit is niet toepasselijk op hen die ervoor werken, een beroep die andere beroepen doet ontstaan, zij die zich inzetten voor gevormde, gestudeerde en kwalitatieve burgers en dankzij hen dat wij kunnen leren lezen en schrijven, onszelf ontwikkelen en opbouwen! De opvoeder verdient altijd respect en waardering.
Dit intimiderend en ondoordacht principe zou het best gebruikt kunnen worden voor:
– de spookambtenaren en zij die slechts tekenen voor aankomst en vertrek!
– slapende DNA-leden, zij die wegblijven en hun verantwoordelijkheden niet kennen of geen voorkeur geven en nauwelijks tot nooit wat van zich laten weten;
– de ex-ministers, ex-directeuren, ex-assembleeleden en alle andere personen afkomstig uit regeringen die thuiszitten om gelden te ontvangen of intussen een andere inkomstenbron hebben;
– de staatsadviseurs, want ondanks hun bestaan of adviezen is de regering steeds wanbeleid aan het uitvoeren. De vraag is in hoeverre hun taak als staatsadviseurs aangemerkt kan worden in het voordeel voor land en volk. Ze zitten dan voor het niets op de post!
– de districtscommissarissen, waarvan er weinig tot niets in hun district verandert. Ze zitten dan ook voor het niets op de post!
Hanteer dit systeem voor alle nietsnutters, die geen aanspraak maken op een salaris! Zo bezuinig je als regering veel meer, is de druk op het overheidsapparaat minder zwaar en geef je het voorbeeld hoe het daadwerkelijk hoort, namelijk te allen tijde werken voor het geld!
Omriesh Badal