Sandew Hira heeft op 5 juni 2017 op Suriname Herald -de dag van de viering van de Hindostaanse immigratie- gesteld dat Hindostanen hun onderdrukking vieren. Waarom zou een bevolkingsgroep zijn eigen onderdrukking vieren? Het antwoord van Hira luidt dat zij een gekoloniseerde geest hebben. Het getuigt van een groteske pretentie om anderen een gekoloniseerde geest toe te schrijven en vervolgens vanuit dit denkkader hen te beoordelen en te veroordelen. Dat Hira geen adequaat antwoord kan geven op deze viering heeft te maken met de eenzijdige analyse en ideologisch blikveld die hij hanteert.
Scherper gesteld: Hira kijkt met ƩƩn oog naar de geschiedenis. Het hanteert het perspectief van onderdrukking en uitbuiting en neemt dan ook uitsluitend dergelijke verschijnselen waar. Maar de Hindoestanen vieren, ondanks hun onderdrukking vooral dat zij er in zijn geslaagd om een succesvol bestaan op te bouwen in Suriname. Zij hadden agency en hebben zich niet verzwolgen in een slachtofferrol. Integendeel: zij hebben de kansen die in India ontbraken en die wel in Suriname waren, gepakt en zijn vooruitgekomen. Natuurlijk waren er ook slachtoffers, maar dat is vaak onoverkomelijk. Die moeten ook worden herdacht. Bovendien hebben zij gaandeweg een succesvolle culturele en sociale gemeenschap gevormd. De meerderheid heeft zich permanent in Suriname gevestigd en van degenen die terug zijn gegaan is een klein deel teruggekomen; een ander deel heeft spijt gehad, maar kon niet meer te werk worden gesteld in Suriname of in andere koloniƫn. Velen bleven dan ook berooid en verarmd achter in India.
Toen de contractarbeid was afgeschaft is een Hindostaanse delegatie namens de Hindostaanse gemeenschap naar India afgereisd om heropening van de contractarbeid te vragen en/of gepleit immigratie van vrije immigranten. Dat is niet gelukt. Waren deze leiders allen zo dom? Hira heeft de pretentie met terugwerkende kracht deze personen te kunnen beoordelen en hen een gekoloniseerde geest toe te schrijven. Hira zou zichzelf wel hebben bevrijd van de gekoloniseerde geest. Blijkbaar is hij de uitverkorene die anderen moet bevrijden.
Maar niet alleen de nakomelingen ook veel contractarbeiders zelf hebben terecht hun immigratie in Suriname gevierd onder meer door deelname aan de jaarlijkse immigratie-optochten die werden gehouden. Waren deze voorouders zo dom dat zij hun onderdrukking vierden? Natuurlijk niet: Hira beoordeelt hen aan de hand van zijn ideologie van dekolonisatie van de geest (the mind). Hoewel Hira beweert dat hij de achterhaalde marxistische/communistische ideologie heeft afgezworen, hanteert hij nog steeds dit kader (frame). Vanuit de blik van een halfblinde neemt hij uitsluitend bepaalde verschijnselen waar, die hij vaak overdrijft i.c. aandikt en liefst zoveel mogelijk strijdbare helden opvoert. Marxisten/communisten stonden en staan bekend om deze praktijken en ook om geschiedvervalsing.
Opmerkelijk is dat hij een eerder ingenomen standpunt herziet. Hira stelt dat hij āin een ver verledenā ook had beweerd ā dat 5 juni de dag moet zijn waarop het ontstaan van de Hindostaanse gemeenschap wordt gevierd. Nu heeft hij dit standpunt verlaten. Hira is dus niet standvastig en dat nota bene voor iemand die meent de waarheid te bezitten en mensen te bevrijden van hun gekoloniseerde geest! Waarom moeten wij nu wel met Hira eens zijn als hij telkens van standpunt veranderd. Maar voortschrijdend inzicht is prima. Laten wij hopen dat als hij met beide ogen open naar de geschiedenis zal kijken, hij een beter zicht krijgt op de viering van de Hindostaanse immigratie. De stelling over de viering met betrekking tot de formatie van de Hindostaanse gemeenschap nam hij in het boek uit 2010 getiteld De nieuwe awatar van slavernij van de dekoloniale historicus R. Bhagwanbali.
Bhagwanbali die de ideologie van Hira heeft omarmd, heeft echter verschillende onjuiste beweringen gedaan in zijn boek uit 2010. Bovendien kunnen de nodige vraagtekens worden gezet wat betreft validiteit en betrouwbaarheid van zijn onderzoek. Zo beweert Bhagwanbali in dit boek dat hij alleen die gegevens heeft gerapporteerd die zijn gelijk aantonen en dat hij andere auteurs waarmee hij oneens is, niet heeft geciteerd. Dit is een bedenkelijke opvatting over wetenschapsbeoefening. De feiten die zijn gelijk weerspreken laat hij namelijk achterwege. In de wetenschap moet men juist alle bekende standpunten de revue laten passeren en dan kritiseren. Er staan ook verschillende fouten in dit boek en ook in zijn proefschrift uit 1996. In zijn proefschrift beweert Bhagwanbali dat ongeveer 15,4% (!) Brahmanen (personen behorend tot de hoogste kaste) naar Suriname zouden zijn gemigreerd. In principe werden Brahmanen niet geselecteerd voor Suriname. Bhagwanbali heeft echter de krijgsliedenkaste bij de Brahmanen opgeteld en komt tot dit onwaarschijnlijk hoge percentage.
Vervolgens stelt hij dat hij niet kan verklaren waarom hij op een dergelijk hoog percentage Brahmanen komt. Bhagwanbali heeft de vergissing gemaakt de verhouding 40 Hindostaanse vrouwen versus 100 Hindostaanse mannen die werd aangehouden in verband met het vertrek uit India gelijk te stellen met 40%. Op de middelbare school leert men dat 40 op100 niet 40% is, maar 28,6%! Kortom: Hira zou kritisch naar het werk van Bhagwanbali moeten kijken, maar de ideologie van dekolonisatie van de geest verhindert dat. Ik stip verder slecht Ć©Ć©n fout aan in het boek van Bhagwanbali uit 2010. Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen legale en illegale wervers in India, terwijl dat een cruciaal onderscheid was. Hij trekt de onjuiste conclusie dat de contractarbeiders zouden zijn misleid. Ik heb in 2016 aangetoond in mijn vuistdikke boek (Hindostaanse contractarbeiders 1873-1920) dat misleiding grotendeels een mythe is. Velen zijn willens en wetens vertrokken uit India en niet meer teruggekeerd naar India. Hira heeft zelfs over dwangarbeiders(!)). Dat is een historische vertekening dat neigt naar geschiedvervalsing. Hoe kun je gedwongen worden als je zou zijn misleid! De tot slaafgemaakten waren gedwongen, terwijl de contractarbeiders recht hadden op gratis terugkeer naar India! Ik heb in mijn boek de nodige kritiek geleverd op de berekeningen van Bhagwanbali, zoals de 16% die zou zijn bezweken aan uitputting en ziekte. Bhagwanbali heeft het zelfs over hongersnood! Bewijzen hiervan ontbreken nota bene in zijn boek.
Al met al trekt Hira met zijn eenzijdige kijk op de Hindostaanse geschiedenis onjuiste conclusies en doet zeer bedenkelijke voorstellen. Hij gebruikt harde woorden: veel Hindostanen zouden een gevoel van zelfrespect missen en er zou sprake zijn van zelfvernedering en zelfminachtig. Anderen een gekoloniseerde geest toeschrijven en de pretentie te hebben hun geest te dekoloniseren getuigt echter van een totalitaire mentaliteit. De marxisten/communisten hadden de pretentie de absolute waarheid te bezitten en te weten wat het beste is voor de mensen en hoe zij zich moeten gedragen. Hira komt uit deze denkschool en zijn beledigende woorden en eenzijdige analyse getuigen daarvan. Laten wij hopen dat verstandige personen niet achter hem gaan lopen en zijn voorstellen ondersteunen. Tenslotte getuigt het van weinig respect voor de Hindostaanse voorouders om hun prestaties te negeren en de viering ervan te diskwalificeren. Sandew Hira zou beter moeten, want zijn paternale grootvader is zelfs teruggegaan naar India en teruggekomen en succesvol geworden in Suriname.
Chan Choenni