Zeer opmerkelijk is dat de VHP, die negen leden heeft in DNA, niet heeft gedurfd om de discussie met de heer André Misiekaba, fractieleider van de NDP, in DNA aan te gaan, maar ervoor heeft gekozen om achteraf via een ingezonden stuk te reageren op wat Misiekaba in DNA heeft gezegd. Kennelijk had de VHP als kapitalistische en rechtsgeoriënteerde partij een week nodig om op het onderwerp te studeren om iets zinnigs erover te kunnen zeggen.
Waarover praten we eigenlijk? Afgelopen week tijdens de spreekbeurt van Misiekaba in DNA stelde hij dat het grootste probleem van de Surinamer op dit moment huisvesting is. Hij schetste een beeld van de grote woningnood en het schrijnend tekort aan woningen. Hij riep de regering op om woningbouw tot topprioriteit van het beleid te maken. Misiekaba ging verder en stelde dat ondanks de financieel-economische uitdagingen de Surinamers wel voor hun dagelijks eten zorgen. Hij voerde aan dat slechts een klein deel van het volk niet voor eigen eten kan zorgen.
Hij prees daarbij de inventiviteit, creativiteit en veerkracht van de Surinamers. Marinus Bee van de ABOP ging in discussie met Misiekaba en stelde dat juist omdat hij het eens is met Misiekaba dat ondanks de recessie, veel Surinamers kunnen zorgen voor hun eten, hij ervoor pleit dat de regering in plaats van voedselpakketten, een financiële tegemoetkoming geeft aan de hulpbehoevenden. Zij kunnen volgens Bee dan zelf bepalen wat zij met het geld doen.
Misiekaba was het niet eens met Bee en gaf aan dat het risico aanwezig is dat het geld niet goed besteed zal worden, met alle gevolgen van dien. Zoals eerder gesteld heeft de fractie van de VHP in DNA niet gedurfd om de discussie aan te gaan met de fractieleider van de NDP.
De VHP vraagt in hun artikel van 3 augustus onder de kop “Misiekaba slaat de plank mis,” hoe de uitspraak van Misiekaba “dat Surinamers creatief zijn en eten” te rijmen is met het verstrekken van 120.000 voedselpakketten op jaarbasis waarvoor de regering 33 miljoen uittrekt. Laten we beginnen te stellen dat 120.000 voedselpakketten veel lijken, maar op een groep sociaal zwakkeren van 10.000 (1,9% van de bevolking) betekent het 1 pakket per maand. Waarover praat de VHP?
Voor de fractie van de NDP in DNA is het verstrekken van voedselpakketten aan hulpbehoevende Surinamers geen gedoe zoals VHP in haar artikel stelt, maar een zeer verantwoordelijke actie van een regering die haar volk in nood tegemoet komt. Dit is tekenend voor hoe de VHP aankijkt tegen armoede en de arme mens. Dealen met de arme mens is voor de VHP een gedoe. Tegen deze achtergrond dienen de vele trips van de VHP naar het achterland voor partij politieke propaganda niet serieus te worden genomen. De VHP is geen sociaal bewogen partij. Anders is het gesteld met de NPS die hoe miniem dan ook wel een sociale lijn heeft in de partij. De VHP kan vergeleken worden met de VVD van Nederland.
In het artikel is de VHP lang stil blijven staan bij het vraagstuk van armoede. Wat is armoede? De Verenigde Naties hanteert de volgende definitie: Het niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften/ primaire levensbehoeften. Ik ben het er volkomen mee eens wanneer de VHP het volgende stelt: “Armoede wordt niet met subsidies bestreden. Armoede bestrijden is veel meer dan zorgen voor voedselpakketten. Armoede bestrijden is ook zorgen dat mensen erbij horen, mee kunnen doen en zelf een bijdrage kunnen leveren aan hun eigen gemeenschap of dorp door direct te participeren in het ontwikkelingsproces, ook via eigen initiatieven. Een voedselpakket bestrijdt niet de armoede, maar wel de symptomen daarvan.”
Laat het duidelijk zijn dat de regering nimmer heeft gesteld dat het verstrekken van de voedselpakketten het doel heeft om de armoede te bestrijden, maar in een periode waarbij wij als samenleving de broekriem strak hebben zitten, het meer dan verantwoord te noemen is, dat zij die de hulp daadwerkelijk nodig hebben ook die steun krijgen. Het is een overbruggingssteun. Overigens hebben alle regeringen (ook regeringen waarin VHP heeft geparticipeerd) in tijden van nood, voedselpakketten uitgedeeld aan hulpbehoevenden.
Mogen wij u allen in herinnering brengen dat wij geen schaarste van eerste levensbehoeften hebben in het land en dat de prijzen van de eerste levensbehoeften ook door de overheid zijn vastgelegd en als zodanig de controle wordt uitgeoefend door bevoegde instanties dat zij alzo worden verkocht. Dus de vergelijking die de VHP wenst te maken met hun herinneringen over de jaren 80 raken voor ons kant noch wal. De VHP verwijst naar een periode in Suriname waarbij de handelsrelaties van Suriname erg onder druk hebben gestaan. Dit is geenszins de situatie anno 2017. Maar is men dan de SAP-periode vergeten en die lange rijen? Toen waren de handelsrelaties van Suriname niet onder druk en had de toenmalige regering voldoende financiën om een dusdanig klimaat te scheppen dat mensen niet in rijen hoefden te staan. Dus “armoede” zoals de VHP het erover heeft, heeft altijd bestaan in Suriname en zal er altijd zijn ongeacht wie aan de macht is. Zelfs het door de VHP geprezen en verheerlijkte Nederland kent armoede onder haar bevolking. Dus waar heeft men het eigenlijk over?
Ik ben nogmaals persoonlijk van oordeel dat heel weinig personen daadwerkelijk onder de noemer “armoede” vallen. Wat wij wel dienen te doen in Suriname, is tot een definitie van de groep “sociaal zwakkeren” te komen. Opeenvolgende regeringen vanaf onze onafhankelijkheid hebben dit nagelaten te doen. Wanneer deze groep goed is gedefinieerd en in kaart is gebracht kan men verantwoord overgaan tot subjectsubsidie. Ook dat is een proces en de overheid kan niet maken om hen die de hulp nu hard nodig hebben die niet te geven, terwijl zij bezig is orde op zaken te stellen.
Verder wordt de vraag opgeworpen waarom er geen samenwerking aangegaan wordt met het bedrijfsleven, in deze de KMO’s. Ook dat is een proces. Met begeleiding van de overheid moeten onze ondernemers veel meer gaan produceren. De richting moet zijn: alles wat wij hier kunnen produceren zal niet hoeven te worden geïmporteerd. We zijn nog niet zover.
Tenslotte kunnen we over de woningbouw nog het volgende zeggen. De geschiedenis leert dat alleen tijdens regeringen met Bouterse in de leiding het huisvestingsprobleem serieus wordt aangepakt. Volkswoningbouw is nooit prioriteit geweest voor de VHP. Wat de VHP goed kan doen, is het maken van berekeningen op papier, zoals men nu ook in het artikel de berekening maakt hoe 1100 woningen gebouwd zouden kunnen worden. In de periode 2000 tot 2010 kunnen we op de vingers van één hand tellen hoeveel volkswoningen de VHP en haar partners hebben gebouw. Een door de VHP-gedomineerde regering zal vanwege de rechtse oriëntatie zich nooit toeleggen op volkswoningbouw en ondersteuning van hulpbehoevenden. Laat dit in ieder geval gezegd zijn!
De Politieke Ondersteuningsgroep van de Fractieleider van de NDP