Deze herdenkingsdag is om terug te blikken voor beide etnische groepen, maar vooral in eerlijkheid zonder geschiedvervalsing. Opgemaakte geladen en vooral nauwelijks natrekbare verhalen moeten niet leiden tot valse politieke claims of aanspraken.
Indianen: alvast moet men afstappen van de benaming “inheemsen”. Ondanks het feit dat vele geleerden waaronder achtenswaardige sociologen hebben aangegeven dat inheems geen rasaanduiding is en totaal verkeerd gebruikt wordt in Suriname, blijven onze indianen daarmee voortschermen alsof de benaming “indiaan” een vies of negatief woord zou zijn. Hier ziet u het achterlijk denken uit en rond deze groep. De benaming indiaan zou je met trots moeten vervullen. Betreurenswardig is als een andere nepprofessor van de universiteit van Suriname, tevens publiciteitsgeile functionaris van dat instituut en ook nog ondergrondse linkse (linke) politicus onverminderd voortgaat de benaming “inheemsen” te gebruiken. Ook zou hij en alle politici en mediawerkers moeten afstappen van de benaming “marrons”, wat weggelopen bosdier evenals pingo of bosvarken zou betekenen, als we niet over de toenmalige weggevluchte rovende slaven praten, maar over hun nazaten in het heden. Onderwijskrachten in Suriname worden dringend opgeroepen, om nu eens af te stappen van de benamingen inheems en marron en gepaste herkenbare aanduiding te gebruiken: indianen en Afro-boslanders.
Grondenrechten: ook al zou er sprake zijn van grondenrechten, er is een mediacampagne op gang gebracht om deze regering en de rest van het volk duidelijk te maken en onder druk te zetten, dat men enorme lappen land opeist. Want Suriname zou van de indianen zijn, want zij waren de eerste bewoners. Maar overal in de wereld waren er op bepaalde gebieden ‘eersten’. Maar waren zij daar bewust van, totdat het politiek bewustzijn intrede deed? Nu horen we onze indianen ook nog zeggen, daartoe ingefluisterd dat alles wat boven en onder de grond is in die opgeëiste gebieden, voor hun etnische groep moet zijn, een groep die uit diverse stammen bestaat. Indien de regering Bouta-II niet heel erg omzichtig zal omgaan met dit grondenrechtenvraagstuk en ‘ingi boi’ en lange tante ingi mevrouw de voorzitter hun zin krijgen om onrechtmatige zaken door te drukken, dan zullen zij historische fouten maken en de opdeling en het uiteenvallen van Suriname hebben ingezet. Gedane zaken zullen geen keer nemen. Maar ze zouden eens juridisch vervolgd moeten worden indachtig hun eed.
Zeer bedenkeljk is de uitspraak van indiaanse leiders zoals in de media gedaan dat “als het hun etnische groep goed gaat, het dan goed zal gaan met overig Suriname”. Wat een vergaande brutaliteit, een impliciete bedreiging, (mijns inziens en mogelijk ook vele anderen), uit een etnische groep met relatief heel weinig toegevoegde waarde voor de ontwikkeling van Suriname. Hun vermeende achterstelling of onderontwikkeling is een keus, hun keus. Ongegronde verwijten moeten politiek afgestraft worden. Aldus zouden onze indianen zich objectiever en veel dienstbaarder moeten opstellen aan land en volk, zonder geschiedvervalsing en laffe politiek, opdat zij geen vloek op zich zullen laden door vooruitgang te claimen zonder behoorlijke inzet, maar ten koste van andere groepen. Overigens, de meeste indianen stemmen etnisch-disciplinair op hun ingi-machthebbers. Dus we begrijpen de slijmerij van de nepprof no 2 die de indianen nodig heeft om het huidige bewind en ook de eigen positie in stand te houden. Begrijpen we dat?
Javanen: over mijn etnische groep heb ik in eerdere publicaties kritische noten gemaakt.
Dat we een geweldige eenheid vormen met kabels door onze Javaanse partijen, hoeft geen betoog. Daarom heet het terecht het jawa-blok. We gaan ten koste van alles, waaronder principes, zolang wij groot voordeel hebben. Onze politiek binnen het staatsbestel is onverminderd heel onbetrouwbaar gebleven en voortgezet. Jammer dat het verraad om economisch en/of financieel gewin, het won van moraliteit. Niet te weerspreken, is dat de bijdrage aan de herziene Amnestiewet van 2012 een flagrant stuk verraad is geweest aan de rechtsstaat Suriname en aan het heden en de toekomst. Is dat het dat we enkel voor ons belang gaan en verder nationaal politiek geen toegevoegde waarde hebben. Zolang we ons etnisch-jawa partijleiderschap en partijpolitiek in Suriname niet gaan vernieuwen, gaan we gebukt bijven onder het stigma van politieke verraders en onbetrouwbaarheid. Dat hebben we dan aan onszelf te wijten en te verwijten.
Zelfs op het vlak van arbeidsplaatsen gaan we over lijken met onze ellebogen om personen uit andere etnische groepen gemene blaka te slaan en te laten ontslaan of overplaatsen om vrienden, families of kennissen binnen te halen, zowel binnen de overheid als in particuliere bedrijven. Dit is nationaal bekend. Werkgevers moeten erop bedacht zijn dat zulke zaken spelen en opgeplakte leugens onderzoeken aleer onrecht te begaan. Op onze etnische leiders wordt een broep gedaan ook deze heel goedkope of laffe vorm van baantjesverwerving te laten afzweren. Ook zouden onze Javanen niet alleen binnen de eigen groep socialer moeten zijn, vooral buiten de groep is de noodzaak veel groter. Hopelijk zal neef Elvin Atmodimedjo een eerste aanzet tot revolte van vernieuwing in het openbaar bepleiten in de vorm van bezinning door onze Javaanse groep en oproepen tot principes van betrouwbaarheid. Met mooipraat komen we er niet. Voor personen die mij niet kennen, geef ik mee dat ik dubbel-academicus ben, jaren werkzaam in Nederland en op een iets oudere versie lijk van het charmante assembleelid Naomi Samidin (NDP), maar ze zou moeten gaan voor principes en bescherming van het volk tegen politieke tirannie. Dat zou haar sieren.
Luzmila Kasanradji