Ik heb uw ingezonden artikel van 21 september 2017 op Starnieuws gelezen. Ik reageer op deze manier op de inhoud van uw ingezonden stuk. Het is goed te noemen als personen uit de Surinaamse gemeenschap het lef hebben om hun ongenoegen aan het papier toe te vertrouwen en deze openbaar te maken. Aan deze vorm van lef ontbreekt het u niet, mijn complimenten hiervoor.
U stelt hierdoor anderen in staat inhoudelijk te reageren en zwengelt hiermee het debat aan. Ik vind, dat dit voorbeeld door meerdere personen zou moeten worden opgevolgd, waardoor het politieke debat meer schwung krijgt. In verband met een goede leesbaarheid zal ik puntsgewijs ingaan op uw schrijven.
U schrijft, dat de oprichter van de VHP, die een historisch aantal jaren leiding heeft gegeven aan de partij, zich al enige tijd keert in zijn graf. U zegt, dat zeker te weten. Mijn vraag is hoe u dat zo zeker weet, zoals u mij ook deze vraag kan stellen als ik beweer, dat hij heel rustig en met genoegen en tevredenheid de ontwikkelingen in de partij gadeslaat. Ik zeg erbij, dat ik dat niet zeker weet, aangezien ik niet over bovenmenselijke gaven beschik om dat te weten.
U schrijft vervolgens, dat er intern een enorme trammelant heerst. Op zichzelf is dat een goed teken volgens mij, want dat is een bewijs, dat er voldoende gediscussieerd wordt over allerlei facetten, die de samenleving raken en dat er ruimte hiertoe is.
Er zullen ongetwijfeld altijd mensen zijn, die om principiële redenen de partij verlaten. Ook dat mag en het is fijn te constateren dat dit ook kan. U zult het, denk ik, met mij eens zijn, dat meerdere partijen deze cultuur zouden moeten omarmen en nastreven in plaats van blindelings achter een toevallige politieke leider aan te lopen zonder dat men bevreesd is. Het is ook prijzenswaardig, dat eenieder in de VHP voor zijn of haar mening mag uitkomen. Dus geen kadaverdiscipline. Ik verwijs kortheidshalve naar het interview met de ondervoorzitter van de partij, die op een zakelijke en correcte wijze de visie weergeeft in deze casus.
In kan het in dit opzicht waarderen, dat de VHP zorgt voor dynamiek en het haar tot op heden gelukt is om de tegenspraak op het gewenste niveau te brengen en te organiseren. Ik denk, dat u voorbij gaat aan het feit, dat de dynamiek ervoor zorgt, dat er in de politiek een zekere mate van evolutie plaatsvindt. We leven immers in de 21ste eeuw.
U heeft het in uw ingezonden stuk vervolgens over bedragen, die op privérekeningen worden gestort etc. etc. Ik heb geen inzage in hetgeen u beweert, dus zou ik het maar moeten aannemen. Echter, met uw insinuatie, dat er mogelijk een strafbaar feit is gepleegd komen wij er niet. Gelet op uw achtergrond in educatie, u bent immers jurist, ga ik ervan uit, dat u ervan op de hoogte bent, dat het kennisdragen van strafbare feiten, op zichzelf een strafbaar feit oplevert als u dit niet door middel van een aangifte ter kennis stelt van de justitiële autoriteiten. Indien dit niet zo is, hoor ik dat uiteraard graag. Een mens is nooit te oud om te leren niet waar? Mag ik zo vrij zijn u te verzoeken dit alsnog te doen. U helpt de samenleving met deze daad enorm.
U stelt verder, dat het vertrek van betrokkene een aderlating is voor de partij. Ik ben het volkomen met u eens en ga daarin met u mee in die zin, dat eigenlijk elk vertrek van een lid van welke partij dan ook te betreuren is. Ook uw vertrek heb ik betreurd, maar het politieke leven gaat gewoon verder. Ik ga ervan uit, dat ook binnen de VHP dit vertrek te betreuren valt.
U heeft het vervolgens over de kwalificatie ten aanzien van het “zwart” zijn, die gegeven is door een lid van de VHP en die betrekking heeft op betrokkene. Ik weet niet in welke context dit gezegd is, maar als het is, zoals u dat stelt dan is dat uiteraard verwerpelijk. Overigens mag ik ook zo vrij zijn u erop de attenderen, dat in goed Nederlands wij de opmerking “het zwarte schaap” hanteren, zij het in figuurlijke zin, maar dat ter zijde.
Ik lees verder, dat u het heeft over een vrouw met een academische opleiding. Mijn vraag aan u is wat de relevantie is van deze opmerking. Het valt mij telkens op, dat wij Surinamers kicken op titels. Ook u hanteert uw titels consequent. Dat is natuurlijk uw goed recht, maar aan de eenvoud herkent men de meester. Ik mag u meegeven dat een academische opleiding in het algemeen geen garantie is voor goed leiderschap, maar dat vooral strategisch inzicht, inlevingsvermogen, eerlijkheid, fatsoen en respect belangrijke competenties zijn, die meespelen bij de vorming van politieke volwassenheid. Zou u mij kunnen helpen om van het titelsyndroom af te komen?
Wat mij verder opvalt is, dat u het steeds en nadrukkelijk heeft over de moderne Surinaamse Hindoestaanse vrouw. Mijn vraag aan u is waarom u heel nadrukkelijk het accent legt op dé Hindoestaanse vrouw. Ik denk, dat de zaken, die u opnoemt in de ontwikkeling van de zoals u dat noemt, dé Hindoestaanse vrouw, in het algemeen geldt voor alle vrouwen in de hele wereld. Zoals ik eerder aangaf leven wij in de 21ste eeuw. Dus ongeacht de afkomst is de ontwikkeling van de vrouw als gevolg van de emancipatie niet meer te stuiten.
Vervolgens constateer ik, dat u een hele passage wijdt aan uzelf. Toen ik het begin van uw schrijven las, ging ik ervanuit, dat u een krachtig statement zou maken. Echter, gaandeweg uw ingezonden stuk constateerde ik, dat u helaas vaker gebruik maakt van de wissels op het spoor, die leiden naar uzelf. Hierdoor ontstaat het gevoel, dat ik niet kan onderdrukken, dat u de gelegenheid te baat neemt om uw destijds gedeserteerd gedrag te rechtvaardigen. Dit hoeft wat mij betreft niet, u bent tenslotte aan niemand verantwoording verschuldigd. Door dit laatste wordt de kracht van uw bewering en die u naar ik mag aannemen, beoogt met uw ingezonden stuk, helaas afgezwakt.
Ik verwijs in dit verband kortheidshalve naar de passages in uw ingezonden stuk als u het heeft over het feit, dat u beschuldigd werd van allerlei zaken, uw kwalificaties van haters met betrekking tot het inslikken van het eigen braaksel et cetera. Mij dunkt als ik mag opmerken, dat deze aspecten de zakelijkheid en inhoudelijkheid van uw ingezonden stuk ondermijnen, helaas. Ook lees ik, dat u letterlijk citeert uit een persoonlijke e-mail van een ex-collega binnen de partij. Volgens de regels van politiek fatsoen overschrijdt dit gedrag welgevormde politieke fatsoensnormen. Anders gezegd: ik vind dit niet netjes, omdat u naar mijn mening de vertrouwelijkheid op basis van een persoonlijke relatie schaadt. In de politiek, tenminste eerlijke politiek, is dit not done. Vertrouwelijk is vertrouwelijk, privé is privé en zakelijkheid is zakelijkheid.
Dat u anderen citeert, die in het verleden in het openbaar situaties hebben becommentarieerd, daar kan ik niks tegenin brengen, aangezien dit open bronnen zijn.
U zegt anderen te verwelkomen als zij een politiek onderkomen zoeken. Zij kunnen terecht bij de partij waartoe u behoort. Ik ondersteun u daarin, in zoverre dat acquisitie voeren voor elke politieke partij vrij is. Ik zou zeggen stuur hen dan een inschrijfformulier.
Ik denk, dat het in de politiek zo is, dat niemand de diepte van de zee met twee voeten tegelijk meet. Ik meen, dat u dat destijds wel gedaan heeft met alle gevolgen van dien.
U haalt aan het einde van uw brief een citaat van Napoleon aan. Heel goed. Ik wil daartegenover een Engels gezegde stellen, namelijk: “Too many chiefs and not enough Indians”
Ik wil u veel succes toewensen voor de komende periode. Overigens lees ik uw ingezonden stukken met plezier, dat wil echter niet zeggen, dat ik het inhoudelijk altijd met u eens ben. Bedankt hiervoor en wellicht tot een ander meer inhoudelijk debat. Ter informatie, ondergetekende is partijloos in Suriname.
Iwan K. Mahadew
i_mahadew@hotmail.com
+31654261717