“Elk jaar wordt op de laatste zondag van januari Wereldlepradag herdacht. Op deze dag wordt wereldwijd stilgestaan bij deze eeuwen oude bacteriële infectie die vooral huid en zenuwen op een stille en meestal onopgemerkte wijze aantast. Lepra is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de leprabacterie en wordt overgebracht door hoesten of niezen,” aldus een lokale nieuwssite.
In een Overlevering (Hadith) staat vermeld dat de profeet Mohammed bij het niezen de gewoonte had zijn mond te bedekken met zijn hand of een stukje kleed (hand- of zakdoek). Hetzelfde dient men te doen bij het hoesten.
De profeet Mohammed heeft ons geleerd om de volgende smeekbede op te zeggen: O Allah, ik zoek bescherming bij U tegen lepra.
De profeet Mohammed heeft gezegd: “Bind de kameel vast en vertrouw (daarna) op Allah/God.” De twee zaken om besmetting met lepra te voorkomen zijn: dawa (preventie/geneesmiddel) en du’a (smeekbede; vertrouwen op God).
Een van de wonderen van de profeet Jezus was, dat hij met toestemming van Allah lepralijders (melaatsen) genas, Koran 3:49. Dit is ook te lezen in het Nieuwe Testament, Lucas 17:11-19. Ik citeer.
“Op zijn reis naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen hij een dorp binnenging kwamen hem tien melaatsen tegemoet; zij bleven op een grote afstand staan en riepen luidkeels: “Jezus, Meester, ontferm u over ons.” Hij zag hen en sprak: “Gaat u laten zien aan de priesters.” En onderweg werden zij gereinigd. Een van hen keerde terug toen hij zag dat hij genezen was, en hij verheerlijkte God met luide stem. Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus’ voeten neer, en deze man was een Samaritaan. Hierop vroeg Jezus: “Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen? Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?” En hij sprak tot hem: “Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered.”
Enkele opmerkingen bij het verhaal van de tien melaatsen.
1. Jezus trok door het grensgebied van Samaria en Galilea. Dit grensgebied was een toevluchtsoord (niemansland) voor outcasts, zoals melaatsen, criminelen en ander gespuis.
2. Jezus zei tot de melaatsen: ‘Gaan jullie laten zien aan de priesters’. Laten de priesters de diagnose stellen of jullie melaats (onrein) zijn, of niet.
3. Terwijl de melaatsen onderweg waren naar de priesters, werden ze genezen van hun ziekte.
4. Eén van de tien keerde terug om Jezus te bedanken. De profeet Mohammed heeft gezegd: “Wie de mens niet dankbaar is, is de Schepper (God) niet dankbaar.”
5. Jezus zei: “Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?” De Koran 1:1 begint met de volgende woorden: “Alle eer (lof, dankbetuiging) komt Allah toe, de Heer (Schepper, Onderhouder) der werelden (multiversum).”
Met andere woorden, in alle omstandigheden God blijven loven, prijzen en aanbidden.
Ahmad Jhawnie