Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het artikel van Simone Awanna: Ispeak wil avondopleiding op Adek, verschenen in Suriname Herald van 19 april 2018.
Aan de enige universiteit van Suriname worden de meeste opleidingen voltijds aangeboden en wel tussen 7 uur ās morgens en 3 uur ās middags. Hierdoor hebben degenen die een voltijdse baan overdag hebben, geen gelegenheid om een universitaire opleiding te volgen aan de Anton de Kom Universiteit. In de Surinaamse samenleving zijn er honderden en misschien duizenden personen aan te wijzen die via een zogenaamde avondopleiding een universitaire opleiding hebben gevolgd en een universitaire graad hebben behaald.
Ik pleit om twee redenen dat de universiteit verplicht wordt om de meeste van haar opleidingen zowel voltijds als deeltijds aan te bieden en wel om de volgende twee redenen.
Ons land kampt nog steeds met een tekort aan hoger kader. Door ook deeltijdse opleidingen aan te bieden kunnen honderden of misschien zelfs duizenden personen de gelegenheid krijgen om een academische opleiding te volgen en daardoor te helpen het kadertekort op te heffen.
Een tweede reden is dat door het aanbieden van deeltijdse opleidingen men degenen die om welke reden dan ook niet de kans hebben gehad een voltijdse universitaire opleiding te volgen, deze kans wel krijgen en daardoor de sociaaleconomische positie van zichzelf en zijn gezin/familie te verbeteren voor nu en in de toekomst.
Wat is een deeltijdse opleiding? Een deeltijdse opleiding is een opleiding waarvan de totale studielast is gespreid over meerdere jaren, bijvoorbeeld een voltijdse bacheloropleiding duurt drie jaar terwijl een deeltijdse opleiding maximaal zes jaar duurt. Een deeltijdse opleiding of een deeltijds programma kan zowel overdag als ās avonds worden verzorgd of als een combinatie van beide. In gevallen waarin aan vak niet in de middag of avonduren kan worden verzorgd kan men die overdag aanbieden. In de regel worden echter deeltijdse opleidingen in de middag- en avonduren verzorgd.
Zo heeft de opleiding geschiedenis van de faculteit der humaniora een programma aangeboden dat wordt verzorgd tussen vier uur ās middags en negen uur ās avonds. Dit programma kan zowel door voltijdse als deeltijdse studenten worden gevolgd en er zijn geen extra kosten aan verbonden, noch voor de universiteit, noch voor de studenten. Belangrijk is dat het wetenschappelijk personeel (docenten) en een deel van het administratief personeel bereid zijn om een deel van hun volledige 40-urige werkbelasting in de middag- en avonduren te maken.
Dit kan in de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en werknemer worden opgenomen. De wetenschappers/docenten kunnen hierdoor voor zichzelf flexibele werktijden scheppen. Belangrijk is dat zij hun 40-urige taakbelasting waarmaken en ook prestaties leveren voor de 40 uren dat zij in dienst zijn. Als er wettelijke belemmeringen zijn die dit bemoeilijken, kunnen die met de wet op flexibele werktijden, zoals die nu door het ministerie van Arbeid is ontworpen, worden weggewerkt. Ik hoop dat de zowel de regering als het parlement hier aandacht aan schenken.
Ik hoop dat hiermee is aangetoond dat het aanbieden van deeltijdse opleidingen de universiteit of de staat geen extra geld hoeft te kosten, indien niet twee maar eĢeĢn programma per opleiding wordt aangeboden, dat zowel deeltijds als voltijds kan worden gevolgd. De vakken worden dus niet tweemaal verzorgd, maar slechts een keer en dezelfde vakken worden zowel door de voltijdse als deeltijdse studenten met dien verstande dat de deeltijdse studenten de vakken spreiden over een langere periode.
Een bijkomend voordeel van de middag-/avondopleidngen is dat de beschikbare werkruimten, zoals collegezalen, practicumlokalen enz., optimaal worden benut (overdag en ās avonds) en daardoor juist een besparing opleveren voor de universiteit en de overheid.
Wat zijn de argumenten tegen het invoeren van deeltijdse opleidingen?
Wanica, 20 april 2018
Maurits S. Hassankhan
Gepensioneerde voltijds docent van het IOL en de universiteit, tevens voormalige richtingscooĢrdinator geschiedenis bij het IOL en later bij de Universiteit van Suriname.